programmaboekje
fr
Belcea Quartet / Maurice Haas

Belcea Quartet

30th Anniversary Concert

Programma

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Strijkkwartet nr. 20 in D, KV 499, “Hoffmeister Quartett” (1786)
  1. Allegretto

  2. Menuetto and Trio. Allegretto

  3. Adagio

  4. Allegro


Benjamin Britten (1913-1976)
Strijkkwartet nr. 3, op. 94 (1975)
  1. Duets
  2. Ostinato
  3. Solo
  4. Burlesque
  5. Recitative and Passacaglia (La Serenissima)

 


PAUZE




Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Strijkkwartet nr. 9 in C, op. 59/3, “Razumovsky” (1808)
  1. Andante con moto
  2. Andante con moto quasi allegretto
  3. Menuetto Grazioso
  4. Allegro molto

 

Einde van het concert: ± 22:00

Artiesten

Corina Belcea, viool
Suyeon Kang, viool
Krysztof Chorzelski, altviool
Antoine Lederlin, cello

Biografie

Het Belcea Quartet, bekend om zijn passie, precisie en expressiviteit, bestaat uit de Roemeense violiste Corina Belcea, de Koreaans-Australische Suyeon Kang op viool, de Poolse violist Krzysztof Chorzelski en de Franse cellist Antoine Lederlin. Het kwartet verenigt muzikanten van verschillende afkomst, wat hun interpretatie van muziek verrijkt.

Hun repertoire omvat werken voor strijkkwartet van Haydn, Mozart, Beethoven, evenals componisten uit de 20ste eeuw zoals Bartók, Janáček, Britten en Szymanowski. Ze brengen regelmatig hedendaagse werken, met premières van componisten zoals Guillaume Connesson, Joseph Phibbs, Krzysztof Penderecki, Thomas Larcher en Mark-Anthony Turnage. Deze opdrachten komen tot stand in samenwerking met de Belcea Quartet stichting die het strijkkwartetrepertoire bevordert en jonge kwartetten ondersteunt door middel van coachingsessies.

Naast de complete opnames van de strijkkwartetten van Bartók, Beethoven, Brahms (Diapason d’or in 2016) en Britten, omvat hun omvangrijke discografie, werken van Berg, Dutilleux, Mozart, Schönberg, Schubert, Sjostakovitsj, Janáček en Ligeti. Van 2017 tot 2020 was het kwartet in residentie in de Pierre Boulez zaal in Berlijn. Dit seizoen viert het kwartet zijn dertigste verjaardag en treedt het op in drie prestigieuze strijkkwartet biënnales in Parijs, Lissabon en Amsterdam. Daarnaast treden ze op in Carnegie Hall in New York en Toppan Hall Tokyo.

Toelichting

Wolfgang Amadeus Mozart – Strijkkwartet nr. 20 in D, KV 499, “Hoffmeister” (1786)

Toen Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) zijn Strijkkwartet nr. 20 schreef, was het strijkkwartet een relatief nieuw genre. Mozart liet zich daarbij inspireren door Joseph Haydn, die wordt beschouwd als de ‘vader van het strijkkwartet’. In 1785 droeg Mozart een verzameling op van zes kwartetten (nrs. 14-19) aan Haydn. Hoewel strijkkwartetten een minder prominent en consistent deel van Mozarts oeuvre vormen in vergelijking met dat van Haydn of Beethoven, behoren enkele van zijn kwartetten tot de kern van het repertoire.


Mozarts Strijkkwartet nr. 20 behoort niet tot een van zijn grotere verzamelingen strijkkwartetten, maar is een losstaand werk. Het werd gepubliceerd door (en mogelijk ook opgedragen aan) Franz Anton Hoffmeister, een vriend van Mozart die eerder kamermuziek uitgaf van onder andere Haydn. Het eerste deel opent met een levendig thema, vooral gekenmerkt door de dalende beweging in stappen van twee noten.

Na een korte overgangspassage presenteert Mozart opvallend genoeg geen tweede thema, maar laat hij een gevarieerde versie van het hoofdthema opnieuw verschijnen. Hier verraadt het werk de invloed van Haydn, die ook vaak voortbouwt op hetzelfde thema in plaats van een tweede thema te introduceren. In het vervolg van het eerste deel keert dit thema steeds terug in verschillende gedaanten, vaak in dialoog tussen de eerste viool en de cello.

Het tweede deel, een menuet, bestaat uit een dansant thema in een driekwartsmaat. Opvallend hier is de contrasterende passage, het trio, waarin de rustieke sfeer van het menuet plaats maakt voor Sturm und Drang. De muziek slaat plots om naar een mineurtoonaard en kenmerkt zich door syncopen, een stuwende ritmiek en felle dynamische contrasten, tot de dansante sfeer terugkeert met de herhaling van het menuet.

Het langzame derde deel is opgebouwd rond een lange lyrische melodie, gepresenteerd door de twee violen en vervolgens verwerkt door de andere instrumenten. In dit deel valt vooral Mozarts klankbeheersing op: door de subtiel wisselende texturen laat hij elk van de vier instrumenten een gelijkwaardige bijdrage leveren, zonder dat de klankbalans ooit in het gedrang komt.

Het vierde deel ten slotte is een rondo: het onstuimige beginthema met snelle triolen duikt steeds opnieuw op, afgewisseld met contrasterende passages, van lyrisch tot opzwepend.

 

Benjamin Britten Strijkkwartet nr. 3, op. 94 (1975)

Het was verrassend dat Benjamin Britten (1913-1976) zijn laatste en grootschalige werk, Strijkkwartet nr. 3 (1975), in dit genre schreef, nadat hij al meer dan 30 jaar geen strijkkwartetten had gecomponeerd. De Britse componist had in de voorgaande decennia vooral naam gemaakt met zijn vocale werk, zoals het War Requiem (1961) of de opera’s Peter Grimes (1945), The Turn of the Screw (1954) en Death in Venice (1973).


Brittens Strijkkwartet nr. 3 bestaat uit vijf delen, die samen een symmetrische vorm beschrijven. Centraal staat een langzaam deel (III), geflankeerd door twee scherzo’s (II, IV) die op hun beurt zijn ingesloten door opnieuw twee langzame delen (I, V). Elk van de delen krijgt een beschrijvende titel die verwijst naar het muzikale principe dat in dit deel wordt uitgewerkt. Het eerste deel, Duets, is opgebouwd rond textuurcontrasten. In steeds wisselende duetcombinaties verwerken de strijkers een melancholisch thema, waarbij de twee instrumenten zich vaak op een klein, dissonant secunde-interval van elkaar bewegen.

Het tweede deel, Ostinato, is een sneller scherzo opgebouwd rond een ostinato, een steeds herhaald motief. Het ostinatomotief in dit deel bestaat uit vier noten met grote sprongen ertussen, en is steeds aanwezig in minstens een van de vier partijen: soms stijgend, dan weer dalend; soms prominent, dan weer op de achtergrond.  

In het langzame derde deel, Solo, eist de eerste viool de hoofdrol op. Onder begeleiding van lange tonen van de andere instrumenten speelt de viool een zangerige, schijnbaar oneindige melodie in een hoog, breekbaar register. In een korte contrasterende sectie krijgen de andere strijkers plots elk een levendiger begeleidingspatroon, waarboven de viool enkele virtuoze solo’s speelt, tot ze vervolgens haar oneindige melodie weer opneemt.

Het vierde deel, Burlesque, is opnieuw een sneller scherzo. Opvallend zijn hier het vurige, agressieve beginthema, waar de muziek steeds rond blijft cirkelen. In een contrasterend middendeel experimenteert Britten vervolgens met de klankkleur: de tweede viool speelt percussieve akkoorden met het hout van de strijkstok, terwijl de altviool ijle klanken produceert door de snaren aan de verkeerde kant van de brug te bespelen.

In het langzame laatste deel, Recitative and passacaglia, speelt Britten twee muzikale ideeën tegen elkaar uit. De ‘recitatieven’ zijn een reeks ritmisch vrije segmenten waarin telkens één instrument kort het woord neemt boven een sobere begeleiding, zoals in de eerder declamatorische dan zangerige passages van een opera.

Na verloop van tijd vestigt zich een passacaglia, een steeds herhaald baspatroon dat wordt vertolkt door de cello en dat grotendeels bestaat uit twee afwisselende noten in een wiegend tempo. Boven dit baspatroon ontwikkelen de andere drie strijkers een eenvoudig maar bijzonder lyrisch thema, tot het baspatroon langzaam tot stilstand komt en de instrumenten samenkomen in een laatste, zachtjes uitdovend akkoord.

 

Ludwig van Beethoven Strijkkwartet nr. 9 in C, op. 59/3, “Razumovsky” (1808)

Het Negende strijkkwartet van Ludwig van Beethoven (1770-1827) behoort tot de middenperiode van zijn werk, net als onder andere zijn symfonieën 3 tot en met 8, zijn vioolconcerto en pianosonates als de Waldstein en Appassionata. Het is het laatste van de verzameling van drie kwartetten die Beethoven componeerde in opdracht van graaf Razumovsky, de Russische ambassadeur in Wenen. In de eerste twee kwartetten uit deze verzameling gebruikte Beethoven telkens in een van de delen een Russisch thema om zijn opdrachtgever te behagen; voor het laatste kwartet van de verzameling liet hij dit achterwege.


Het eerste deel begint met een langzame inleiding, bestaande uit een opeenvolging van vaak dissonante akkoorden, die wel eens wordt vergeleken met het begin van Mozarts zogenaamde ‘Dissonantenkwartet’ (Strijkkwartet nr. 19). De inleiding blijkt vooral te dienen als contrast voor het levendige, ritmische hoofdthema van de eerste viool dat erop volgt.

In de rest van het deel overheerst de opgewekte stemming; ook het tweede thema baadt in dezelfde speelse, ritmische sfeer. Het tweede deel is opgebouwd rond een langzaam, wiegend thema in mineur, met een zekere exotische tint die misschien een toegift was aan Beethovens Russische opdrachtgever. Het derde deel is een menuet rond een soepel, dansant thema.

Dit menuet wordt afgewisseld met een contrasterend middendeel, het trio, dat met zijn strakke ritmes en geleidelijke klim naar het hoogste register van de viool veel onstuimiger is dan het beheerste menuet. Na de herhaling van het menuet volgt er een coda, die als brug fungeert naar het laatste deel.

Dit laatste deel is wellicht het opvallendste van dit strijkkwartet. Aan het begin introduceert de tweede viool een lang en vliegensvlug thema, dat daarna achtereenvolgens wordt geïmiteerd door de altviool en de cello, als in een fuga. Het stuk ontwikkelt zich niet als een volwaardige fuga, maar de voortstuwende ritmiek van het hoofdthema blijft het hele deel doorklinken, als een soort perpetuum mobile die pas aan het absolute eind tot stilstand komt.

Robbe Beheydt

Friends of Flagey

FELLOWS

Charles Adriaenssen, Marc Ghysels, Diane de Spoelberch

GREAT FRIENDS

Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Monique Bréhier, Alexander Chadd, Marie-Irene Ciechanowska, Stephen Clark, Marixenia Davilla, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Alain Dromer, Jean Louis Duvivier, Gérard Gieux, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Patrick Jacobs, Ida Jacobs, Pauline Krayenhoff, Peter L’Ecluse, Jean-Pierre Marien, Ine Marien - De Cock, Monsieur & Madame André Mueller, Miriam Murphy, Sabine Overkämping, Martine Renwart, Martine Riviere, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Didier Staquet, Maria Grazia Tanese, Coen Teulings, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Colienne Van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Isabel Verstraeten, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Lidia Zabinski, Jacques Zucker

FRIENDS

Ann Arnould, Pierre Arnould, Boudewijn Arts, Carmen Atala, Alexandra Barentz, Gino Baron, Dominique Basteyns, Marijke Beauduin, Joe Beauduin, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Anne Marie Berlier, Pierre Billet, Véronique Bizet, Dominique Blommaert, Beatrix Bourdon, Edwin Bourgeois, Noëlle Bribosia, Geneviève Brion, Gauthier Broze, Nicole Bureau, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Jacques Chevalier, Anne-Catherine Chevalier, Marianne Chevalier, Angelica Chiarini, André Claes, Bénédicte Claes, Xhenis Coba, Theo Compernolle, Chris Coppije, Philippe Craninx, Vanessa Crapanzano, Pierre d’Argent, Regis D’hondt, David D’Hooghe, Suzannah D’Hooghe, Anna-Teresa D’Hooghe, Frederika D’Hoore, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Laure d’Oultremont, Etienne d’Ursel, Ludovic d’Ursel, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, Laurent de Barsy, François de Borman, Kathleen de Borman, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Eric De Gryse, Pierre de Maret, Alison de Maret, Kristine De Mulder, Aline de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Dominique de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Sonia de Waillet, Stéphane De Wit, Philippe de Wouters, Agnès de Wouters, Hendrik Deboutte, Gauthier Desuter, May Dewaet, Laurent Drion, Aurélie Drion, Kristin Edwards, Jan Eggermont, Marie Evrard, Dominique Favart, Philippe Feron, Catherine Ferrant, Véronique Feryn, Solene Flahault, Henri Frederix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, David Geeurickx, Nathalie Genard, Pierre Marie Giraud, Hélène Godeaux, Serge Goldman, Claire Goldman - De Vriendt, Frederick Gordts, Philippe Goyens, Eric Gubel, Charlotte Hanssens, Baron Xavier Hufkens, Luc Hujoel, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Françoise Jacques de Dixmude, Yvan Jansen, Patrick Kelley, Deborah Konopnicki, Katina Laaksonen, Katrien Lannoo, Anne Lauwers, Christine Le Maire, Bernard Levie, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Carole Ludlow, Peter Ludlow, Peter Maenhout, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Barbara Mayer, Christel Meuris, Quinten Mintiens, Delphine Misonne, Jan Moijson, Claude Oreel, Nadia Pachciarski, Martine Payfa, Ivan Peeters, Ingeborg Peumans, Jean Pierre Rammant, Agnès Rammant-Peeters, Anne-Marie Retsin, Andre Rezsohazy, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Schneidauer, Marie-Laure Roggemans, Katrien Rots, Catherine Rutten, Frieda Scholliers, Désirée Schroeders, Marie-Agnes Servais, Brigitte Smeyers, François Smeyers, Anne-Marie Sondag, Edouard Soubry, Anne Véronique Stainier, Ana Maria Stan, Michèle Stevelinck Heenen, Jan Suykens, Frank Suykens, Frank Sweerts, Jean t’Kint de Roodenbeke, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Mirthe Tavernier, Dominique Tchou, Olivier Thuysbaert, Jelleke Tollenaar, Yves Trouveroy, Beatrice Trouveroy, Françoise Tulkens, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Dirk Van den Bogaert, Isabelle Van der Borght, Odile van der Vaeren, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Michel Van Huffel, Alain Van Muylem, Lydie Van Muylem, Emmanuel Van Rillaer, Stephanie van Rossum, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Laura Van Waeyenberge, Caroline Van Wonterghem, Marie Vandenbosch, Ines Hilde, Alain Vandenborre, Joanna Vandenbussche, Marie Vander Elst, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Catherine Verhaegen, Alexandre Verheyden, Anne Vierstraete, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Ana Zoe Zijlstra, Management and People Development SRL, Qubemi

en diegenen die anoniem wensen te blijven

versie 26.09.2025

Partners