Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Warum betrübst du dich, BWV 138 (1723)
Liebster Gott, wenn werd ich sterben, BWV 8 (1724)
Pauze
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Die Elenden sollen essen, BWV 75 (1723)
Einde van het concert: +/- 21:55
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Warum betrübst du dich, BWV 138 (1723)
Liebster Gott, wenn werd ich sterben, BWV 8 (1724)
Pauze
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Die Elenden sollen essen, BWV 75 (1723)
Einde van het concert: +/- 21:55
Philippe Herreweghe, dirigent
Grace Davidson, sopraan
Alex Potter, alt
Guy Cutting, tenor
Krešimir Stražanac, bas
Collegium Vocale Gent, koor en orkest
Het ensemble werd opgericht in 1970 op initiatief van Philippe Herreweghe samen met een groep bevriende studenten. Het ensemble paste als één van de eerste de nieuwe inzichten inzake de uitvoering van barokmuziek toe op de vocale muziek. De authentieke, tekstgerichte en retorische aanpak zorgde voor een transparant klankidioom waardoor het ensemble in nauwelijks enkele jaren tijd wereldfaam verwierf en te gast was op alle belangrijke podia en muziekfestivals van Europa, de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Amerika, Japan, Hong-Kong en Australië. Sinds 2017 organiseert het ensemble in het Italiaanse Toscane een eigen zomerfestival: Collegium Vocale Crete Senesi.
Collegium Vocale Gent bouwde onder leiding van Philippe Herreweghe een omvangrijke discografie op met meer dan 100 opnamen, voornamelijk bij de labels Harmonia Mundi France en Virgin Classics.
Het Collegium Vocale Gent geniet de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de stad Gent en de Nationale Loterij.
Philippe Herreweghe werd geboren in Gent en combineerde er zijn universitaire studies met een muzikale opleiding aan het conservatorium, waar hij piano volgde bij Marcel Gazelle. In dezelfde periode begon hij te dirigeren en in 1970 richtte hij het Collegium Vocale Gent op. Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten zijn uitzonderlijke benaderingswijze op en nodigden hem uit om mee te werken aan hun opnames van de verzamelde Bachcantates.
Al gauw werd Herreweghes levendige, authentieke en retorische aanpak van de barokmuziek geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het ensemble La Chapelle Royale op, waarmee hij de muziek van de Franse Gouden Eeuw ten uitvoer bracht. Van 1982 tot 2002 was Philippe Herreweghe artistiek directeur van de Académies Musicales de Saintes. In die periode creëerde hij verschillende ensembles, waarmee hij een adequate en gedegen lezing wist te brengen van een repertoire lopende van de renaissance tot de hedendaagse muziek. Zo was er het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs Élysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het romantische en preromantische repertoire opnieuw te laten schitteren op originele instrumenten. Sinds 2009 werkt Philippe Herreweghe samen met Collegium Vocale Gent actief aan de uitbouw van een groot symfonisch koor op Europees niveau. Sinds 2001 is hij artistiek directeur van de Accademia delle Crete Senesi, het Toscaanse zomerfestival dat sinds 2017 bekend staat onder de naam Collegium Vocale Crete Senesi.
Steeds op zoek naar muzikale uitdagingen is Philippe Herreweghe sinds enige tijd erg actief in het grote symfonische repertoire van Beethoven tot Stravinsky. Sinds 1997 is hij als dirigent verbonden aan het Antwerp Symphony Orchestra (deFilharmonie). Bovendien is hij een veel gevraagd gastdirigent van orkesten zoals het Concertgebouworkest Amsterdam, het Gewandhausorchester Leipzig, het Scottisch Chamber Orchestra of het Tonhalle Orchester Zürich. In de komende seizoenen staan engagementen gepland bij de Staatskapelle Dresden, de Wiener Symphoniker, het Basel Kammerorchester en het Cleveland Orchestra.
Met al deze ensembles bouwde Philippe Herreweghe bij de labels Harmonia Mundi France, Virgin Classics en PentaTone een uitgebreide discografie op met meer dan 135 opnamen. Hoogtepunten zijn ondermeer de Lagrime di San Pietro van Lassus, de Matthäus-Passion van Bach, de integrale symfonieën van Beethoven en Schumann, Mahlers liedcyclus Des Knaben Wunderhorn, Bruckners Symfonie nr. 5, Pierrot Lunaire van Schönberg en de Symphonie de Psaumes van Stravinsky. In 2010 startte een nieuw opnameproject waarbij Philippe Herreweghe samen met Outhere-Music zijn eigen label φ (PHI) oprichtte. Ondertussen zijn meer dan dertig opnamen beschikbaar met muziek van William Byrd tot Igor Stravinsky. De meest recente opnamen omvatten o.a Beethovens oratorium Christus am Ölberge (LPH 039), Robert Schumanns Eerste en Derde Symfonie (LPH040) en Herz und Mund und Tat und Leben, een nieuw volume met cantates van J.S. Bach (LPH041).
Omwille van zijn consequente artistieke visie en engagement werd Philippe Herreweghe op verschillende plaatsen onderscheiden. In 1990 werd hij door de Europese muziekpers uitgeroepen tot ‘Muzikale Persoonlijkheid van het Jaar’. Samen met het Collegium Vocale Gent werd Philippe Herreweghe in 1993 benoemd tot ‘Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen’. Een jaar later werd hem de orde van Officier des Arts et Lettres toegekend, en in 1997 werd hij benoemd als Doctor honoris causa aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 2003 kreeg hij in Frankrijk de titel Chevalier de la Légion d’Honneur toegekend. In 2010 verleende de stad Leipzig aan Philippe Herreweghe de Bach-Medaille voor zijn grote verdienste als Bachuitvoerder. In 2017 ontving hij een eredoctoraat aan de Universiteit Gent. In 2021 verleent de Vlaamse Overheid aan Philippe Herreweghe de Ultima, prijs voor Algemene Culturele Verdienste als bekroning voor zijn hele carrière.
Grace Davidson (Verenigd Koninkrijk) studeerde zang en barokmuziek aan The Royal Academy Of Music in London. Sindsdien werkte ze onder leiding van dirigenten als John Eliot Gardiner, Paul McCreesh, Philippe Herreweghe en Harry Christophers. Met The Sixteen nam ze gedurende 10 jaar vele cd’s op, waarbij ze vaak de solopartij deed. Max Richter werkte nauw met haar samen voor zijn hele nacht durende Sleep. Enkele van haar recente opnames getuigen van haar veelzijdigheid: werken van Hildegard von Bingen, een recital van luitmuziek van John Dowland met David Miller, een liedrecital met George Herbert in nieuwe muziek van Rodrigo Ruiz en geestelijke cantates van Händel en Vivaldi met Academy of Ancient Music.
Alex Potter (Verenigd Koninkrijk), geprezen door The Times voor zijn ‘etherische toon en prachtige controle’, treedt op met prominente dirigenten zoals Philippe Herreweghe, Hans Christoph Rademann, Jordi Savall en John Butt. Recente opvallende uitvoeringen omvatten de Hohe Messe van Bach met het Koninklijk Concertgebouworkest (met Philippe Herreweghe), werken van Bach en Telemann in de Wigmore Hall (met Arcangelo/ Jonathan Cohen), en Benjamin Brittens Abraham and Isaac met tenor Thomas Hobbs in Vancouver. Alex Potter is te horen op meer dan vijftig cd’s, waaronder recente opnames van Bach cantates met Collegium Vocale Gent en een geprezen Messiah met het English Concert. In 2023 bracht hij het soloalbum “Antonio” uit, met werk van Vivaldi, Caldara en Lotti, dat positief werd onthaald.
Guy Cutting (Verenigd Koninkrijk), de eerste ontvanger van de American Bach Soloists’ Jeffrey Thomas Award, wist zich snel op te werken tot een veelgevraagde tenor voor het Bach- en breder barokrepertoire. Daarnaast is hij lid van het Damask Vocal Quartet – een ensemble gespecialiseerd in het 19de- en 20ste-eeuwse kamermuziekrepertoire. Met dit kwartet heeft hij het grootste deel van het romantische repertoire voor stem en kamermuziek verkend. Enkele aankomende projecten omvatten een opname van Messiah met het Irish Baroque Orchestra & Peter Whelan, een Stravinsky-opname met het Noord Nederland Orkest & Daniel Reuss, een Engels liedrecital voor Philippe Herreweghes Crete Senesifestival en de evangelistenrol in Bachs Mattheuspassie door de Bachakademie Stuttgart onder Hans-Christoph Rademann.
Opera, concert, lied – basbariton Krešimir Stražanac (Kroatië) voelt zich thuis in alle drie de genres. Na zijn studies in Stuttgart was hij enkele jaren vast verbonden aan het Opernhaus Zürich en zong hij gastrollen bij de Bayerische Staatsoper en de Oper Frankfurt. Stražanac geniet vooral bekendheid als barokzanger en zong als zodanig bij onder meer Concerto Köln, Akamus en Concentus Musicus Wien. Als concertsolist vertolkt hij ook later repertoire en hedendaagse muziek. In 2022 stond hij op het Bach Festival in Montréal met Masaaki Suzuki en in 2023 maakte hij zijn debuut met de Berliner Philharmoniker onder Kirill Petrenko. In november 2024 bracht hij een dubbel cd uit met de eerste opname van liederen van de Kroatische componist Blagoje Bersa (1873-1934).
Al tijdens zijn eerste jaar in Leipzig (1723/24) was Johann Sebastian Bach erdoor gefascineerd om in zijn cantates koralen – de bij iedere gelovige vertrouwde gemeenschapsliederen – een centrale plaats te geven. Een voorbeeld hiervan is de cantate Warum betrübst du dich, mein Herz (BWV138), bestemd voor de liturgie van 5 september 1723.
De thematiek sluit aan bij de evangelielezing uit Mattheus, een fragment uit de Bergrede waarin Christus waarschuwt voor de nodeloze zorg van de mens om materiële zaken na te streven in plaats van zich te bekommeren om het Rijk Gods. In de eerste twee delen combineert Bach een dramatisch recitatief met het koraal Warum betrübst du dich, dat in de eigentijdse liedboeken aangegeven staat als ‘Troostrijke gedachten over Gods vooruitziende bezorgdheid’. Bach verklankt meesterlijk de tweespalt tussen vertrouwen op God en de dagelijkse beslommeringen, in dialoog tussen strijkers, twee oboe d’amore, vocale solisten en koor. Na het tenorrecitatief Ach süßer Trost, waarin de positieve toon de overhand neemt, volgt een luchtige aria voor bas en strijkers (Auf Gott steht meine Zuversicht). Meestal is het slotkoraal van een cantate een eenvoudige vierstemmige zetting, waarbij de instrumenten de stemmen verdubbelen, een rustig afsluitend moment. Maar hier drijft Bach de vreugde ten top door het koraal in te planten in een orkestrale dans, waarin de violen zich voluit kunnen uitleven. Opvallend is de lang aangehouden toon op het laatste woord: Trost.
Tot de absolute hoogtepunten in Bachs vocale oeuvre behoort het openingskoor van de cantate Liebster Gott, wenn werd ich sterben (BWV 8). De cantate is een reflectie over het eigen sterven, met oog voor de twee polen: doodsangt en doodsverlangen. De bezetting is al bijzonder, vooral door de traverso als zelfstandige partij naast de strijkers, twee oboe d’amore en basso continuo. Bach roept hier in een intens ontroerend samenspel het doodsklokje op dat luidde bij een overlijden. Vooral de herhaalde ‘klokjestonen’ in de traverso vallen op. De 24 maal herhaalde noten zouden kunnen vewijzen naar de uren van de dag als symbool van het verglijden van de tijd. Als imitatie van het klokje spelen de strijkers doorlopend pizzicato. Twee oboe d’amore presenteren de hoofdmelodie in rustig-vloeiende lijnen in een 12/8- metrum, als een van melancholie doordrongen, maar tegelijk vertroostend wiegelied. Binnen die prachtige instrumentale sinfonia integreert Bach de vierstemmige zetting van het koraal.
De twee grote opwaartse intervallen bij de inzet van de tenoraria Was willst du dich, mein Geist, met oboe d’amore, drukken verpletterend de doodsangst uit. De pizzicatobas laat alweer het doodsklokje luiden. De lang uitgesponnen melodie op Tausend, voorbereid door de oboe d’amore, verklankt de eindeloze reeks graven van de gestorvenen. In de aria Doch weichet, ihr tollen vergeblichen Sorgen is de doodsangst echter overwonnen: onrust maakt plaats voor een zorgeloze dans. Met het slotkoraal Herrscher über Tod und Leben eindigt de cantate in berusting en in godsvertrouwen.
Met zijn allereerste cantate in Leipzig, Die Elenden sollen essen (BWV 75), uitgevoerd op 30 mei 1723, wilde Bach uiteraard indruk maken – en met succes, want een eigentijdse kroniek vermeldt specifiek het ‘gunstig onthaal’ (‘mit gutem Applauso’). Zoals de cantate Brich dem Hungrigen dein Brot sluit het thema aan bij het evangelie van de rijke vrek en de arme Lazarus. De anonieme tekstdichter werkt vooral de tegenstelling uit tussen armoede en rijkdom, toegepast op het christelijk leven: de aardse rijkdom is vergankelijk en in navolging van Christus moet de gelovige, zoals Lazarus, zijn lijden op zich nemen om afstand te doen van het wereldse en ‘geestelijk rijk’ te worden. De cantate bevat niet minder dan veertien nummers, verdeeld in twee grote delen (een voor en een na de preek uit te voeren).
Het beginkoor is gebaseerd op een psalmvers ‘De ongelukkigen zullen eten zodat ze verzadigd worden, en wie naar de Heer vragen zullen Hem loven. Uw hart leve op, voor altijd’. Op een plechtige langzame inzet volgt op de laatste woorden Euer Herz soll ewiglich leben een versnelling, met expliciete nadruk op het woord ewiglich. In drie nummers neemt Bach het koraal Was Gott tut, das ist wohlgetan op: twee maal als slotkoraal van de twee delen en een derde maal in de instrumentale sinfonia die het tweede deel inleidt. In de sinfonia neemt de trompet het voortouw en in de aria voor bas Mein Herze glaubt voorziet Bach er een glansrol voor. Het karakter van de andere aria’s is veeleer intiem, maar de sfeer blijft opgewekt, zelfs dansant.
Ignace Bossuyt
FELLOWS
Charles Adriaenssen, Marc Ghysels, Diane de Spoelberch
GREAT FRIENDS
Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Monique Bréhier, Alexander Chadd, Marie-Irene Ciechanowska, Stephen Clark, Marixenia Davilla, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Alain Dromer, Jean Louis Duvivier, Gérard Gieux, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Patrick Jacobs, Ida Jacobs, Pauline Krayenhoff, Peter L’Ecluse, Jean-Pierre Marien, Ine Marien - De Cock, Monsieur & Madame André Mueller, Miriam Murphy, Sabine Overkämping, Martine Renwart, Martine Riviere, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Didier Staquet, Maria Grazia Tanese, Coen Teulings, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Colienne Van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Isabel Verstraeten, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Lidia Zabinski, Jacques Zucker
FRIENDS
Ann Arnould, Pierre Arnould, Boudewijn Arts, Carmen Atala, Alexandra Barentz, Gino Baron, Dominique Basteyns, Marijke Beauduin, Joe Beauduin, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Anne Marie Berlier, Pierre Billet, Véronique Bizet, Dominique Blommaert, Beatrix Bourdon, Edwin Bourgeois, Noëlle Bribosia, Geneviève Brion, Gauthier Broze, Nicole Bureau, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Jacques Chevalier, Anne-Catherine Chevalier, Marianne Chevalier, Angelica Chiarini, André Claes, Bénédicte Claes, Xhenis Coba, Theo Compernolle, Chris Coppije, Philippe Craninx, Vanessa Crapanzano, Pierre d’Argent, Regis D’hondt, David D’Hooghe, Suzannah D’Hooghe, Anna-Teresa D’Hooghe, Frederika D’Hoore, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Laure d’Oultremont, Etienne d’Ursel, Ludovic d’Ursel, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, Laurent de Barsy, François de Borman, Kathleen de Borman, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Eric De Gryse, Pierre de Maret, Alison de Maret, Kristine De Mulder, Aline de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Dominique de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Sonia de Waillet, Stéphane De Wit, Philippe de Wouters, Agnès de Wouters, Hendrik Deboutte, Gauthier Desuter, May Dewaet, Laurent Drion, Aurélie Drion, Kristin Edwards, Jan Eggermont, Marie Evrard, Dominique Favart, Philippe Feron, Catherine Ferrant, Véronique Feryn, Solene Flahault, Henri Frederix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, David Geeurickx, Nathalie Genard, Pierre Marie Giraud, Hélène Godeaux, Serge Goldman, Claire Goldman - De Vriendt, Frederick Gordts, Philippe Goyens, Eric Gubel, Charlotte Hanssens, Baron Xavier Hufkens, Luc Hujoel, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Françoise Jacques de Dixmude, Yvan Jansen, Patrick Kelley, Deborah Konopnicki, Katina Laaksonen, Katrien Lannoo, Anne Lauwers, Christine Le Maire, Bernard Levie, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Carole Ludlow, Peter Ludlow, Peter Maenhout, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Barbara Mayer, Christel Meuris, Quinten Mintiens, Delphine Misonne, Jan Moijson, Claude Oreel, Nadia Pachciarski, Martine Payfa, Ivan Peeters, Ingeborg Peumans, Jean Pierre Rammant, Agnès Rammant-Peeters, Anne-Marie Retsin, Andre Rezsohazy, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Schneidauer, Marie-Laure Roggemans, Katrien Rots, Catherine Rutten, Frieda Scholliers, Désirée Schroeders, Marie-Agnes Servais, Brigitte Smeyers, François Smeyers, Anne-Marie Sondag, Edouard Soubry, Anne Véronique Stainier, Ana Maria Stan, Michèle Stevelinck Heenen, Jan Suykens, Frank Suykens, Frank Sweerts, Jean t’Kint de Roodenbeke, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Mirthe Tavernier, Dominique Tchou, Olivier Thuysbaert, Jelleke Tollenaar, Yves Trouveroy, Beatrice Trouveroy, Françoise Tulkens, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Dirk Van den Bogaert, Isabelle Van der Borght, Odile van der Vaeren, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Michel Van Huffel, Alain Van Muylem, Lydie Van Muylem, Emmanuel Van Rillaer, Stephanie van Rossum, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Laura Van Waeyenberge, Caroline Van Wonterghem, Marie Vandenbosch, Ines Hilde, Alain Vandenborre, Joanna Vandenbussche, Marie Vander Elst, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Catherine Verhaegen, Alexandre Verheyden, Anne Vierstraete, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Ana Zoe Zijlstra, Management and People Development SRL, Qubemi
en diegenen die anoniem wensen te blijven
versie 26.09.2025