programmaboekje
fr
Joshua Brown & Elodie Vignon / Neda Navaee / Nine Louvel

Joshua Brown & Elodie Vignon

programma

Franz Schubert (1797-1828)

Rondo brillant in b, op. 70, D 895 (1826)

Robert Schumann (1810-1856)

Vioolsonate in a, op. 105 (1851)

  1. Mit leidenschaftlichem Ausdruck
  2. Allegretto
  3. Lebhaft

 

Pauze

 

Leoš Janáček (1854-1928)

Vioolsonate in as (1914, rev. 1916-22)

  1. Con moto
  2. Ballada
  3. Allegretto
  4. Adagio

Gabriel Fauré (1845-1924)

Vioolsonate nr. 1 in A, op. 13 (1875-76)

  1. Allegro molto
  2. Andante
  3. Scherzo: Allegro vivo
  4. Finale: Allegro quasi presto

 

Einde van het concert: +/- 22:15

Joshua Brown

De Amerikaanse violist Joshua Brown wordt wereldwijd geprezen door publiek en critici voor zijn “rijke klank, elegante interpretaties en voortdurende toewijding in dienst van het werk” (La Libre). Brown brak internationaal door toen hij de tweede prijs en de publieksprijs behaalde op de Koningin Elisabethwedstrijd in 2024. Hij debuteerde in 2015 met het Cleveland Orchestra en speelde sindsdien regelmatig met orkesten over de hele wereld. Tussen zijn andere onderscheidingen staan onder meer de eerste prijs op de Global Music Education League Competition in Beijing en de eerste prijs en publieksprijs van de Internationaler Violinwettbewerb Leopold Mozart in Augsburg in 2019. Momenteel studeert hij bij Donald Weilerstein aan het New England Conservatory of Music om na zijn master ook een Artist Diploma te behalen. Brown bespeelt een viool gemaakt door Nicolo Amati (Cremona, ca. 1635-40), die hij in bruikleen kreeg van de Stradivari Society of Chicago. 

Elodie Vignon

De Franse pianiste Élodie Vignon studeerde aan het Conservatorium van Lyon en het Koninklijk Conservatorium Brussel. Met drie veelgeprezen soloalbums, waaronder Dans l’air du soir (2021), verkent ze de Franse esthetiek uit het begin van de 20e eeuw. In 2024 bracht ze haar eerste album met orkest uit, Songes, met muziek van Sibelius, de Falla en Fauré. Ze werkte samen met gerenommeerde dirigenten en trad op in Europa, de Filipijnen en de VS. In 2018 won ze de Octave Point Culture voor haar album D’ombres. Daarnaast is ze artiest in residentie bij de Fondation Bell’arte. Momenteel werkt Vignon voor Cypres aan opnames van het integrale pianowerk van Debussy, waarvan ze het eerste volume voorstelde op de Flagey Piano Days 2025. Ze maakt deel uit van Flagency, een samenwerking tussen Flagey en BNP Paribas Fortis die beloftevolle artiesten ondersteunt in hun carrière.

toelichting

Met vier composities die net geen eeuw omvatten verkennen Joshua Brown en Élodie Vignon de rijkdom en veelzijdigheid van het repertoire voor viool en piano. Hun programma belicht vier uiterst verschillende klankwerelden: de virtuoze glans van Schubert, de romantische expressie van Schumann, de doorleefde grilligheid van Janáček en de lichtvoetige verfijning van Fauré. Samen ontvouwen ze een rijk expressief palet dat alle mogelijkheden van hun instrumenten verkent, telkens balancerend tussen technische beheersing en emotionele zeggingskracht.

 

Franz Schubert - Rondo brillant in b, op. 70, D 895 (1826)

Het Rondo brillant neemt een bijzondere plaats in binnen Schuberts kamermuziek. Van zijn zes werken voor viool en piano – grotendeels vroege jeugdwerken – was dit het enige dat tijdens zijn leven uitgegeven werd. Schubert componeerde het in 1826 voor de jonge vioolvirtuoos Josef Slavík, die destijds Wenen veroverde als de ‘Boheemse Paganini’. Slavíks talent inspireerde Schubert om een uitzonderlijk flamboyant en extravert werk te schrijven.

Het Rondo begint met een langzame introductie, waarin lijvige pianoakkoorden in gepunteerde ritmes en een zangerige vioolmelodie elkaar afwisselen. Deze introductie eindigt met een stijgend motief van twee noten, dat meteen terugkeert als kop van het sprankelende rondothema. Zoals typisch in een rondo, keert dit levendige thema steeds terug als een refrein dat de vele (en typisch Schubertiaanse) muzikale omzwervingen, van extraverte virtuositeit tot onvervalste lyriek, telkens tot de orde roept. De derde en laatste terugkeer van het rondothema mondt uit in een virtuoze eindsprint die de technische vaardigheden van de violist nog verder op de proef stelt.

 

Robert Schumann - Vioolsonate in a, op. 105 (1851)

De Vioolsonate in a behoort tot de latere kamermuziekwerken van Robert Schumann. Het werk past in Schumanns gewoonte om zich kort maar intensief toe te leggen op een specifiek genre, zoals de liedcyclus of het pianotrio. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij slechts een tweetal maanden na deze eerste vioolsonate ook meteen een tweede componeerde.

Toch is ook al in deze Eerste vioolsonate hoorbaar hoe Schumann het genre naar zijn hand zet. Zo zoekt hij niet meteen de stralende hoogten van de viool op, maar presenteert hij een sober, melancholisch thema in het lagere register van het instrument. Daarbij is de piano een volwaardige partner en niet louter begeleider – zelf noemde Schumann het werk dan ook een sonate ‘voor piano en viool’, en niet omgekeerd. Samen creëren ze het hele eerste deel lang een mysterieuze sfeer; pas met de virtuoze loopjes op het einde krijgt de muziek een extraverter karakter.

In het tweede deel speelt Schumann met de genreconventies. Typisch heeft een sonate als middendelen een langzame beweging en een scherzo (of één van de twee), maar Schumann probeert beide te verenigen in één enkel langzaam deel met scherzokenmerken. Die duiken al subtiel op in de ritmische dubbelzinnigheid van het beginthema en nemen het helemaal over telkens wanneer de viool in korte, speelse ritmes een nieuw thema inzet. Uiteindelijk komt de muziek echter steeds opnieuw tot rust in dromerige lyriek.

Het slotdeel laat een bijna barok perpetuum-mobilethema met voortdurende imitaties tussen viool en piano afwisselen met romantische intermezzo’s. Opvallend is hoe Schumann net als in het eerste deel vlak voor het einde de illusie wekt dat de muziek in majeur zal eindigen, maar uiteindelijk toch de mineurtoonaard laat overwinnen.

 

Leoš Janáček - Vioolsonate in as (1914, rev. 1916-22)

De Tsjechische componist Leoš Janáček kende een uitzonderlijk late bloei. Hij worstelde lang met een gebrek aan erkenning, maar brak in 1916 toch door met de herziene versie van zijn opera Jenůfa. Onverhoopt kwam de componist – toen al een zestiger! – zo op een nieuw elan. Daarbij bleef hij bovendien modern tot het absolute eind: waar veel componisten op hun oude dag wat gematigder worden, dreef Janáček zijn vernieuwingen in zijn latere muziek net steeds radicaler door. Een inspiratiebron daarvoor vond hij in de Tsjechische taal: hij gebruikte spraakmelodie en -ritme als basis voor zijn grillige, maar intens menselijke muziek. In eerste instantie is dat te horen in zijn opera’s, maar ook in zijn latere kamermuziek is die stijl aanwezig.

De Vioolsonate in as behoort tot die latere, vernieuwende kamermuziekwerken. De eerste versie dateert nog van voor het succes van Jenůfa: Janáček begon zijn werk in 1914, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, toen hij hoorde over de eerste mobilisaties van het Russische leger. Als bewonderaar van de Russische cultuur was hij op dat moment nog hoopvol dat ze de Tsjechen zouden bevrijden van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, maar zijn optimisme vervloog al snel door de wreedheid van de oorlog en de Russische Revolutie. De uiteindelijke versie van de Vioolsonate is dan ook niet naïef optimistisch, maar een doorleefde getuigenis van een innerlijke strijd.

Het eerste deel opent met een klaaglijke, slepende vioolmelodie boven een repetitieve, onrustige pianobegeleiding. De muziek is ruw en gefragmenteerd: telkens wanneer er iets nieuws lijkt aan te breken, valt die ontwikkeling stil. Het tweede deel is lyrischer, met gevoelige melodieën die zich uitstrekken tot het hoogste register van de viool. In het derde deel breekt de invloed van de Tsjechische volksmuziek opnieuw door, met een eenvoudig, ongepolijst thema en grillige ritmes. Het slotdeel worstelt opnieuw met de spanning tussen romantiek en ruwheid. De piano wil een breedvoerige melodie ontvouwen, maar wordt steeds onderbroken door een krachtig ritmisch vioolmotief, dat uiteindelijk ook het laatste woord krijgt.

 

Gabriel Fauré - Vioolsonate nr. 1 in A, op. 13 (1875-76)

De Franse componist Gabriel Fauré was een generatiegenoot van Janáček, maar kende een volkomen ander carrièreverloop. Al in de jaren 1870 gold hij als een veelbelovend componist, later groeide hij uit tot de meest invloedrijke figuur in de Franse muziek. Zijn stijl verenigt de intensiteit van de romantiek met een typisch Franse helderheid en verfijning. De Vioolsonate nr. 1 in A is een van de eerste werken waarin Fauré zijn eigen stem vond, en dan ook meteen zijn eerste grote succes. Zijn leraar Camille Saint-Saëns hoorde bij de première hoe zijn leerling zich van zijn invloed had losgezongen – hij vergeleek zijn gevoel zelfs met dat van een moeder die met een mengeling van trots en verdriet ziet dat haar kind op eigen benen kan staan.

Het eerste deel is nog stevig geworteld in de romantiek: de muziek wordt gedreven door een smachtende melodie en expressieve harmonische wendingen. Het tweede deel is een intieme barcarolle, met een zangerige melodie boven een zacht wiegende pianobegeleiding.

In het derde deel, het scherzo, vindt Fauré het meest zijn eigen stem. De ritmische dubbelzinnigheid en speelse pizzicato’s geven de muziek een lichtvoetig en verfijnd karakter dat contrasteert met de zwaardere scherzo’s uit de Duitse romantiek. Fauré is hiermee de grondlegger van het Franse scherzo, dat ook Debussy en Ravel in hun strijkkwartetten zouden navolgen. Bij de première erkende het publiek die frisse vernieuwing meteen: het scherzo werd zelfs als bisnummer gevraagd.

Het laatste deel ten slotte gaat verder in die lichte sfeer. De viool presenteert een levendig thema waar af en toe de romantische sfeer uit het eerste deel doorheen schemert, maar dat het dansante karakter uiteindelijk laat domineren tot het einde.

Friends of Flagey

FELLOWS

Charles Adriaenssen, Bernard Darty, Paulette Darty, Marc Ghysels, Diane de Spoelberch, Omroepgebouw Flagey NV / Maison de la Radio Flagey SA

GREAT FRIENDS

Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Monique Bréhier, Alexander Chadd, Marie-Irene Ciechanowska, Stephen Clark, Marixenia Davilla, Brigitte de Laubarède, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Alain Dromer, Jean Louis Duvivier, Gérard Gieux, José Groswasser, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Patrick Jacobs, Ida Jacobs, Nicole Labouverie, Peter L’Ecluse, Jean-Pierre Marien, Ine Marien - De Cock, Monsieur & Madame André Mueller, Miriam Murphy, Sabine Overkämping, Martine Renwart, Martine Riviere, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Didier Staquet, Maria Grazia Tanese, Coen Teulings, Pauline Teulings, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Colienne Van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Isabel Verstraeten, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Lidia Zabinski, Jacques Zucker

FRIENDS

Ann Arnould, Pierre Arnould, Boudewijn Arts, Carmen Atala, Alexandra Barentz, Gino Baron, Dominique Basteyns, Marijke Beauduin, Joe Beauduin, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Anne Marie Berlier, Pierre Billiet, Véronique Bizet, Dominique Blommaert, Beatrix Bourdon, Edwin Bourgeois, Noëlle Bribosia, Geneviève Brion, Gauthier Broze, Nicole Bureau, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Jacques Chevalier, Anne-Catherine Chevalier, Marianne Chevalier, Angelica Chiarini, André Claes, Bénédicte Claes, Xhenis Coba, Theo Compernolle, Chris Coppije, Philippe Craninx, Vanessa Crapanzano, Pierre d’Argent, Regis D’hondt, David D’Hooghe, Suzannah D’Hooghe, Anna-Teresa D’Hooghe, Frederika D’Hoore, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Laure d’Oultremont, Etienne d’Ursel, Ludovic d’Ursel, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, Laurent de Barsy, François de Borman, Kathleen de Borman, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Eric De Gryse, Pierre de Maret, Alison de Maret, Kristine De Mulder, Brigitte Desaive, Aline de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Dominique de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Sonia de Waillet, Stéphane De Wit, Philippe de Wouters, Agnès de Wouters, Hendrik Deboutte, Gauthier Desuter, May Dewaet, Laurent Drion, Aurélie Drion, Kristin Edwards, Jan Eggermont, Marie Evrard, Dominique Favart, Philippe Feron, Catherine Ferrant, Véronique Feryn, Solene Flahault, Henri Frederix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, David Geeurickx, Nathalie Genard, Pierre Marie Giraud, Hélène Godeaux, Serge Goldman, Claire Goldman - De Vriendt, Frederick Gordts, Philippe Goyens, Eric Gubel, Charlotte Hanssens, Baron Xavier Hufkens, Luc Hujoel, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Françoise Jacques de Dixmude, Yvan Jansen, Patrick Kelley, Deborah Konopnicki, Delphine Lyskov-Saucier, Katina Laaksonen, Katrien Lannoo, Anne Lauwers, Christine Le Maire, Bernard Levie, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Carole Ludlow, Peter Ludlow, Peter Maenhout, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Barbara Mayer, Christel Meuris, Quinten Mintiens, Delphine Misonne, Jan Moijson, Claude Oreel, Nadia Pachciarski, Martine Payfa, Ivan Peeters, Ingeborg Peumans, Jean Pierre Rammant, Agnès Rammant-Peeters, Anne-Marie Retsin, Andre Rezsohazy, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Schneidauer, Marie-Laure Roggemans, Katrien Rots, Catherine Rutten, Frieda Scholliers, Désirée Schroeders, Marie-Agnes Servais, Brigitte Smeyers, François Smeyers, Annick Sondag, Edouard Soubry, Anne Véronique Stainier, Ana Maria Stan, Michèle Stevelinck Heenen, Jan Suykens, Frank Suykens, Frank Sweerts, Jean t’Kint de Roodenbeke, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Mirthe Tavernier, Dominique Tchou, Olivier Thuysbaert, Jelleke Tollenaar, Yves Trouveroy, Beatrice Trouveroy, Françoise Tulkens, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Dirk Van den Bogaert, Isabelle Van der Borght, Odile van der Vaeren, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Michel Van Huffel, Alain Van Muylem, Lydie Van Muylem, Emmanuel Van Rillaer, Stephanie van Rossum, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Laura Van Waeyenberge, Carol Van Wonterghem, Marie Vandenbosch, Ines Hilde, Alain Vandenborre, Joanna Vandenbussche, Marie Vander Elst, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Alain-Laurent Verbeke, Catherine Verhaegen, Alexandre Verheyden, Anne Vierstraete, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Ana Zoe Zijlstra, Management and People Development SRL, Qubemi

en diegenen die anoniem wensen te blijven

versie 19.11.2025

Partners