programmaboekje
fr
Alexandre Kantorow / Sasha Gusov

Alexandre Kantorow

Programma

Franz Liszt (1811-1886)
Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen, Praeludium nach J. S. Bach, S.179 (1859)

 

Robert Schumann (1810-1856)
Pianosonate nr. 1 in fis, op. 11 (1835)

1. Introduzione (un poco adagio) - Allegro vivace
2. Aria: Quarante cinq mesures indiquées senza passione ma espressivo
3. Scherzo: Allegrissimo
4. Finale: Allegro un poco maestoso


Pauze
 

Franz Liszt (1811-1886)

uit Années de Pèlerinage – Italie : Sonetto 104 del Petrarca, S. 161  (1849)

Abschied, S.251 (1885)
La Lugubre Gondola II, S. 200 (1882)

 

Alexander Scriabin (1872-1915)
Vers la flamme, op. 72 (1914)

 

Franz Liszt (1811-1886)
uit Années de Pèlerinage – Italie : Après une lecture de Dante : Fantasia Quasi Sonata, S. 161 (1849)
 


Het concert wordt opgenomen door Musiq3 en uitgezonden op 20 april om 20u. Het concert wordt uitgezonden op Klara op 28 april om 20u.

Toelichting

Liefde en verdriet, verlangen en afscheid,… Allemaal worden we doorheen ons leven geconfronteerd met extreme emoties en situaties. Hoe we daarmee kunnen omgaan, dat is waar dit ingenieus opgebouwde recital van Alexandre Kantorow vanavond in Flagey om gaat. Hij neemt daarbij de Hongaarse componist Franz Liszt als leidraad. Want Liszts muziek is getekend door de vele impressies, passies, tegenslagen,… die de componist meemaakt doorheen zijn leven. Dit verklankt Liszt in zijn muziekwerken aan de hand van zowel grootse virtuositeit als uiterste verstilling, waarbij hij zich inspireert op de hemelse liefde of op het verschroeiende hellevuur. En laten deze onderwerpen net ook de respectievelijke inspiratiebronnen zijn voor de Eerste Pianosonate van Robert Schumann en Vers la flamme van Alexander Skrjabin.

 

Prelude

Kantorow opent zijn recital met een van de vele transcripties van componist Franz Liszt. De inspiratie voor het werk vormt de sinfonia (d.w.z de inleiding) uit Johann Sebastian Bachs Cantate BWV 12, ‘Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen’. Liszt schrijft het werk in 1859, hetzelfde jaar als zijn grootse Pianosonate in si klein. Door de vrije manier waarop Liszt omgaat met het tempo, de stijl, de maatsoort,…  is Bach enkel nog te herkennen in de contrapuntische technieken en de passacaglia-vorm waarin Liszt 25 variaties presenteert op het openingsmotief. Liszt zal enkele jaren later, in 1862, dezelfde cantate opnieuw gebruiken samen met het Crucifixus uit de Hohe Messe van Bach voor zijn Variationen über das Motiv von Bach S. 180. De muziek klinkt zowel plechtig als onheilspellend en is zo de perfecte prelude tot de grootse contrasten die aan bod komen in de muziekwerken van vanavond.

 

Een triomf van de liefde

De Pianosonate nr. 1 van Robert Schumann dateert van 1835 en wordt gepubliceerd in juni 1836. Het zijn jaren die de componist met emotionele uitersten confronteren. 1835 is namelijk het jaar waarin de liefde tussen Robert en zijn toekomstige vrouw Clara Wieck oplaait. De relatie start in november dat jaar maar leidt onmiddellijk tot heftige conflicten met haar vader, zijn pianoleraar Friedrich Wieck. Het jonge koppel laat zich echter niet tegenhouden door het openlijke verzet van papa Wieck. Schumann verklankt zijn liefde voor Clara ook zijn de muziek. Hij draagt deze Pianosonate op aan Clara met de woorden ‘Clara zugeeignet von Florestan und Eusebius’. Deze mysterieuze woorden verwijzen naar Schumanns Neue Zeitschrift für Musik dat hij in 1834 samen met Clara en een paar andere kunstenaars had opgericht. In dit tijdschrift schrijft Schumann polemische artikelen in de vorm van dialogen tussen verschillende pseudoniemen. Twee van deze pseudoniemen zijn ‘Eusebius’, een heel bedachtzaam en fijngevoelig personage, en ‘Florestan’, die zich kenmerkt door zijn sterke en enthousiaste persoonlijkheid. Beide contrasterende figuren zijn dan ook de sleutel tot het begrijpen van Schumanns muziek, waarbij hij elk van deze personages koppelt aan contrasterende muzikale karakters. De sonate is zowel een overwegend opgewekte liefdesverklaring als een uiting van een strijd tussen de twee complementaire facetten van zijn persoonlijkheid die de beide pseudoniemen vertegenwoordigen. De traditionele vierdelige sonatevorm is aanwezig in het werk, maar Schumann gaat er op een bijna fantasie-achtige wijze mee om doordat hij de delen ‘inkleurt’ naargelang het personage dat hij uitdrukt. Ook smeedt hij verbanden tussen de verschillende delen door motivische materiaal terug te laten komen. Zo is het dalende kwintinterval een constante in alle delen van het de sonate of verwijst Schumann al in het Allegro vivace van het openingsdeel naar het thema van de Aria, het langzame tweede deel. Clara zelf is bijzonder enthousiast over deze 'triomf van de liefde' van Robert. Als uitstekende pianiste brengt ze de sonate symbolisch in première in augustus 1837, een van de gelukkigste maanden in het leven van het koppel want het is het moment van hun verloving.

 

Een verschroeiende liefde

Italië is als een fantasie, als een droom. Het land is als het ideaal voor hen die noordelijker wonen. Kennst du das Land, wo die Zitronen blühn’ (Ken je het land waar de citroenen groeien?), zingt Mignon in de bildungsroman Wilhelm Meisters Lehrjahre van Johann Wolfgang Goethe. Zeker ten tijde van Liszt is Italië een verre, bijzonder exotische locatie, waarbij een reis ernaartoe lang duurt en aanvoelt als een ware pelgrimstocht. Maar Liszt is iemand die zijn dromen waarmaakt en zijn idealen nastreeft. Hij beleeft het met de intensiteit waarmee hij alle dingen beleeft: muziek, liefde, reizen,…. Want, zoals Orlando Figes' het beschrijft in zijn boek The Europeans (2019): de revolutie in het bewustzijn en het levensbeeld dat de expansie van de spoorwegen in de 19de eeuw veroorzaakte in de culturele wereld is enorm. Kunstenaars beginnen te reizen, partituren worden sneller verspreid, ideeën en uitwisselingen vermenigvuldigen zich in een snel tempo…. Liszt reist rond en bundelt zijn reiservaringen in de driedelige bundel Années de pèlerinage. De verzameling is het toppunt van poëzie in de muziek waarin Liszt de landschappen, schilderijen, gedichten, verhalen en geschiedenissen die hij ontdekt verklankt. De eerste twee delen Zwitserland en Italië voltooit Liszt respectievelijk in 1855 en 1856 na de lange reizen met zijn geliefde Marie D'Agoult die in 1835, op dertigjarige leeftijd, alles achterlaat om acht jaar lang met de jonge Liszt (vierentwintig jaar) op pelgrimstocht te gaan. De werken uit de bundel Zwitserland zijn vooral geïnspireerd door de natuur, het landschap, de mensen, en de culturele en kerkelijke geschiedenis. De zeven delen uit Deuxième Année: Italië zijn dan weer geïnspireerd op kunstwerken zoals sonnetten van Petrarca, een schilderij van Rafaël, een beeldhouwwerk van Michelangelo, een lied van Bononcini over Salvatore Rosa en het gedicht van Dante, de Divina Commedia.

De drie Sonetten 47, 104 en 123 van Petrarca inspireren Liszt tot werken van lyrische delicaatheid en introspectieve kracht. De werken verklanken daarbij de onderliggende emoties die Petrarca in zijn gedichten verwerkt. Zo herkennen we vanaf de openingsmaten van het Liszts Sonetto 104 onmiddellijk de tweestrijd van de dichter:

Ik vind geen vrede en kan niet strijden
Ik hoop, ik vrees, ik gloei en ben van ijs
Ik zweef naar boven en val in mijn lijden
Ik bemin de wereld die ik zo misprijs.

Ik ben verlost en kan me niet bevrijden
Ik heb houvast en raak toch van de wijs
Ik voel me levend en gestorven, beide
Door een liefde die hel is alsook paradijs.

Ik ben verblind, ik schreeuw en kan niet praten
Ik haat mezelf en houd van iedereen,
Ik roep om hulp en wil het leven laten,

Ik huil van vreugde , ik lach terwijl ik ween
Leven en dood, zij zullen mij niet baten
En dit, vrouwe, komt door u alleen.

Petrarca’s liefde en de hartstocht verschroeit zowel als dat het leven geeft. De onstuimige eerste maten agitato assai maken even plots als ze begonnen plaats voor een intiem adagio, wat de sfeer zet voor de vele stemmingswisselingen doorheen het werk: korte, verheven lyrische passages (cantabile con passioni senza slentare) wisselen af en lopen over in passionele en virtuoze momenten die de complexe en tegenstrijdige hartstocht van het gedicht vertegenwoordigen.

 

Een verstild afscheid

Liszts pianokunst heeft tegen het einde van zijn leven een grote verrassing in petto. Kantorow brengt vanavond ook een transcriptie van een Russisch volkslied Abschied samen met de tweede versie van La Lugubre Gondola. Deze werken schrijft Liszt in de eerste helft van januari 1883. Liszt en componist Richard Wagner (1813-1883), zijn vriend en schoonzoon (Wagner was getrouwd met Cosima, zesentwintig jaar jonger dan hij en de dochter van Liszt en Marie d’Agoult), verblijven dat jaar in het Palazzo Vendramin-Calerg in Venetië waar Wagner sterft op 13 februari. Vanaf de eerste noten wordt in deze werken duidelijk Liszt in zijn latere werken zoekt naar verstilling. Terwijl Abschied zich harmonisch kenmerkt door een opmerkelijke eenvoud, zijn het Wagners oneindige melodieën en voortdurende gebruik van verminderde-septiemakkoorden die La Lugubre Gondola inspireren. La Lugubre Gondola is niet zomaar in woorden te beschrijven, laat staan te analyseren. De muziek is als een trage wandeling, haperend en aarzelend, met plotse en kortstondige momenten van ontroering. De stiltes in deze muziek zijn even belangrijk geworden als de noten zelf.

 

Een vurige dood

Vers la flamme is een pianostuk van ongeveer zes minuten dat Alexander Skriabin schrijft in 1914. Het is een van zijn laatste werken, want nog geen jaar later sterft hij onverwacht op 43-jarige leeftijd aan een bloedvergiftiging. Vers la flamme is een ‘poème’ gestuurd door de theosofische en occulte opvattingen van de componist. Van de filosoof Friedrich Nietzsche had hij de visie over het begrip ‘extase’ als scheppende kracht overgenomen: ‘In de vorm van gedachten is extase de hoogste vorm van synthese; in de vorm van gevoelens is extase de grootste gelukzaligheid; in de vorm van ruimte is extase bloei en vernietiging.’ Deze gewaarwordingen verklankt Skrjabin in Vers la flamme. De bloeiende en vernietigende krachten van het vuur liggen aan de basis is van dit virtuoze werkje. Skriabin drukt het uit aan de hand van razendsnelle noten, tremolo’s en trillers. Volgens pianist Vladimir Horowitz (die de gelegenheid had Skrjabin persoonlijk te ontmoeten) weerspiegelt het gedicht de overtuiging van de componist dat de voortdurende hitte het einde van de wereld zou veroorzaken. Het gedicht stelt de pianist voor tal van technische moeilijkheden. Skrjabin wil zo het instrument zelf overstijgen: een dematerialisatie van geluid, onstabiel en ondefinieerbaar. De 'vlam' is zo de 'oceaan van vuur' die in Skriabins mythologie het universum overspoelt en opnieuw vormgeeft, net zoals Goethe die in Selige Sehnsucht schrijft over de 'vurige dood' die wordt opgeroepen met de aansporing: 'Stirb und werde! ('Sterf en word!').

 

Van de hel naar de hemel

Kantorow sluit zijn recital af met de Dante-Sonate, het lange en virtuoze slotdeel van de bundel Deuxième Année: Italië: van Franz Liszt. De eigenlijke titel is Après une lecture du Dante: Fantasia quasi Sonata. Met de titel verwijst Liszt naar Ludwig van Beethoven die zijn 13de en 14de Pianosonates bundelde in zijn Opus 27 en ze publiceerde als Sonata quasi una Fantasia (de 14de sonate is bekend als de Mondschein-sonate). Liszt draait de titel om. Beethoven zocht naar manieren om uit de rigide sonate-vorm te breken, terwijl Liszt in zijn tijd probeert een nieuwe impuls te geven aan het genre dat in die jaren plaats had moeten maken voor meer programmatische genres zoals de fantasie. Liszt bouwt zijn Dante-Sonate op rond twee hoofdthema’s die, net zoals in een sonate, terugkeren doorheen het werk in tal van gedaanten en vormen. Toch gaat hij, net als Robert Schumann in zijn Pianosonate nr. 1, op een vrije manier om met de vorm. De muziek is rapsodisch en sterk geïnspireerd door de Divina Commedia. De Dante-Sonate opent met een dalende tritonus-figuur die symbool staat voor het afdalen in de hel. De tritonus (een overmatige kwart), is namelijk de 'diabolo in musica', de 'duivel in de muziek', omwille van het sterk dissonante karakter van dit interval. Het daaropvolgende chromatische eerste thema verklankt de horror die de zielen in de Hel meemaken. Het thema domineert het discours van deze helse horizon met hier en daar cadensachtige passages of eenvoudige lyrische passages. Het tweede thema is dan weer een koraal, grandioos en plechtig, de vreugde van die zielen die wel de Hemel hebben bereikt.


Waldo Geuns

Biografie

Alexandre Kantorow, piano
 

Op 22-jarige leeftijd is Alexandre Kantorow de eerste Franse pianist die zowel de Gouden Medaille wint van de Tsjaikovski-wedstrijd als de Grote Prijs, een prijs die in de geschiedenis van de wedstrijd slechts drie keer eerder werd toegekend. Hij wordt door critici geprezen als de ‘jonge tsaar van de piano’ (Classica) en de ‘reïncarnatie van Liszt’ (Fanfare), en won tal van onderscheidingen. Hij is te gast overal ter wereld op de belangrijkste podia.

Nog voor de wedstrijd maakte Kantorow op 16-jarige leeftijd zijn debuut in La Folle Journée de Nantes. Sindsdien heeft hij opgetreden met 's werelds toonaangevende orkesten, waaronder regelmatig met het Mariinsky Orkest onder leiding van Valery Gergiev, en in de komende seizoenen zal hij optreden met het Orchestre de Paris, de Berlijnse Staatskappelle, het Royal Philharmonic Orchestra, de Philharmonia, de Royal Stockholm Philharmonic, en zal hij op tournee gaan met het Orchestre National de Toulouse, het Boedapest Festival Orkest en de Münchner Philharmoniker.

In recital treedt hij op in de belangrijkste concertzalen zoals het Concertgebouw Amsterdam in de reeks Meesterpianisten, het Konzerthaus in Berlijn, de Philharmonie in Parijs, Bozar in Brussel, het Konserthus in Stockholm en is hij te gast op de meest prestigieuze festivals zoals La Roque d'Anthéron, Piano aux Jacobins, het Verbier Festival en het Klavierfest Ruhr. Als kamermusicus treedt hij regelmatig op met Victor Julien-Laferrière, Renaud Capuçon, Daniel Lozakovick en Matthias Goerne.

Alexandre Kantorow neemt exclusief op voor BIS. Zijn laatste opname (met solowerken van Brahms) werd in 2022 bekroond met de Diapason d'Or. Zijn twee eerdere opnamen (Concerten nr. 3-5 van Saint-Saëns en solowerken van Brahms, Bartók en Liszt) werden beide bekroond met de Diapason d'Or en Choc Classica van het jaar in respectievelijk 2019 en 2020, waarbij het tijdschrift Gramophone de solodisc uitkoos als Editor's Choice en zijn uitvoering beschreef als 'opnieuw een uitstekend voorbeeld van zijn virtuositeit en artisticiteit, waarbij hij van het begin tot het einde zowel vaardigheid als gevoeligheid tentoonspreidt'. Ook zijn recitalopname À la russe werd in 2017 bekroond met talrijke prijzen en onderscheidingen, waaronder Choc de l'Année (Classica), Diapason découverte (Diapason), Supersonic (Pizzicata) en Doppelmonats CD (PianoNews).

Kantorow is een laureaat van de Fondation Safran en de Banque Populaire, en werd in 2019 door de Professional Critics Association uitgeroepen tot "Musical Revelation of the Year". In 2020 won hij de Victoires de la Musique Classique in twee categorieën: Opname van het jaar en Instrumentale solist van het jaar.

Kantorow werd geboren in Frankrijk en is van Frans-Britse afkomst. Hij studeerde hij bij Pierre-Alain Volondat, Igor Lazko, Frank Braley en Rena Shereshevskaya.

Classical Music For Ukraine

De gevolgen van de inval door het Russische leger in Oekraïne zijn desastreus voor de Oekraïense bevolking, waaronder tal van artiesten en medewerkers van culturele organisaties actief in het land. De invasie zet de verhoudingen wereldwijd op scherp en tast het gevoel van veiligheid overal aan. Deze agressie moet onmiddellijk stoppen. 

Uit solidariteit met de Oekraïense bevolking en omdat klassieke muziek verbindt en troost, zetten Bozar, Concertgebouw Brugge, Muziekcentrum De Bijloke, DE SINGEL, Flagey, Opera Ballet Vlaanderen en l'Orchestre Philharmonique Royal de Liège samen hun schouders onder ‘Classical Music for Ukraine’, een grootschalige, nationale benefiet meerdaagse van 25 t.e.m. 29 maart in verschillende steden.

Heel wat nationale en internationale artiesten tekenen present! Alain Platel, Vilde Frang, Herbert Schuch, Daan Vandewalle, Youth Orchestra Flanders, Anu Tali, Liebrecht Vanbeckevoort, Andreas Staier, Fazil Say, Alexandre Kantorow en Daniel Müller-Schott.

De opbrengsten gaan naar Oekraïne 12-12. 
Bovendien heeft Vilde Frang besloten een deel van haar honorarium te schenken aan Oekraïne 12-12.

Friends of Flagey

FELLOWS

Charles Adriaenssen, Amelie Coens, Bernard Darty, Paulette Darty, Diane de Spoelberch, Geert Duyck, Marc Ghysels, Laurent Legein, Omroepgebouw Flagey NV / Maison de la Radio Flagey SA

GREAT FRIENDS

Lina Blanpain-Bruggeman, Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Nicole Bureau, Anne Castro Freire, António Castro Freire, Marie-Irène Ciechanowska, Stephen Clark, Etienne d’Argembeau, Werner de Borchgrave, Pieter De Koster, Suzanne de Potter, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Heleen Deslauriers, Jean Louis Duvivier, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Ida Jacobs, Patrick Jacobs, Peter L'Ecluse, Alain Mampuya, Sasha Marston, Miriam Murphy, Martine Renwart, Martine Repriels, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Maria Grazia Tanese, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Dirk Van Gerven, Colienne Van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Erna Vandeplas, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Jacques Zucker

FRIENDS

Steve Ahouanmenou, Ann Arnould, Pierre Arnould, Boudewijn Arts, Alexandra Barentz, Eric Bauchau, Joe Beauduin, Marijke Beauduin, Bernadette Beeckmans, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Marie Catherine Biebuyck, Véronique Bizet, Dominique Blommaert, Josephine Bonnigal, Stef Borgers, Beatrice Bouckaert, Bruno Bouckaert, Monique Bréhier, Gauthier Broze, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Robert Chatin, Anne-Catherine Chevalier, Jacques Chevalier, Marianne Chevalier, Angelica Chiarini, André Claes, Theo Compernolle, Colette Contempré, Chris Coppije, Philippe Craninx, Marc d’Antras, Veronique d'Antras, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, Solène David, Werner de Borchgrave, François de Borman, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Eric De Gryse, Brigitte de Laubarede, Adrien de Lophem, Alison de Maret, Pierre de Maret, Manuela de Patoul, Dominique de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Stéphane De Wit, Godefroid de Woelmont, Agnès de Wouters, Philippe de Wouters, Anne Deblander, Gauthier Desuter, May Dewaet, David D'Hooghe, Suzannah D'Hooghe, Frederika D’Hoore, Anne-Marie Dillens, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Amélie d'Oultremont, Patrice d’Oultremont, Alain Dromer, Jan Eggermont, Patricia Emsens, Aline Everard de Harzir, Marie Evrard, Catherine Ferrant, Veronique Feryn, Claude Frédérix-Oreel, Henri Frédérix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, Hélène Godeaux, Claire Goldman, Serge Goldman, Pierre Goldschmidt, Christine Goyens, Philippe Goyens, Louis Grandchamp des Raux, Pieter Hanssens, Roger Heijens, Marianne Herssens, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Isabelle Jacobs, Guy Jansen, Yvan Jansen, Dominique Kaesmacher, Patrick Kelley, Philippe Kenel, Deborah Konopnicki, Katina Laaksonen, Georges Leclercq, Bernard Levie, Katrien Lannoo, Clive Llewellyn, Danielle Llewellyn, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Olga Machiels – Osterrieth, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Barbara Mayer, Jean-Louis Mazy, Nadine Mazy - Vander Elst, Katia Merten-Lentz, Christel Meuris, Delphine Misonne, Giorgio Monaco-Sorge, Sabine Overkämping, Martine Payfa, Isabelle Peeters, Ingeborg Peumans, Chantal Quoirin, Matias Ramirez Acosta, Agnès Rammant, Jean-Pierre Rammant, Anne-Marie Retsin, André Rezsohazy, Milena Richter van Iterson, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Scheidauer, Catherine Rutten, Sara Samuels, Désirée Schroeders, Marie-Agnes Servais, Edouard Soubry, Jan Suykens, Frank Sweerts, Dominique Tchou, Marie-Françoise Thoua, Beatrix Thuysbaert, Olivier Thuysbaert, Greet T'Jonck, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Jean t'Kint de Roodenbeke, Jelleke Tollenaar, Beatrice Trouveroy, Yves Trouveroy, Toon Van Assche, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Odile van der Vaeren, Stella Van der Veer, Paul Van Dievoet, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Anja Van Geert, Aart van Iterson, Lydie Van Muylem, Roland Van Velthoven, Laura Van Waeyenberge, Piet Van Waeyenberge, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Alain Vandenborre, Marie Vandenbosch, Marie Vander Elst, Charlotte Vandoorne – Hanssens, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Isabel Verstraeten, Danielle Verwee, Anne Vierstraete, Pascale Vilain, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Jurei Yada, Folkert Zijlstra, Management & People Development Sprl

en diegenen die anoniem wensen te blijven

versie 04.10.2023

Partners

Ook iets voor u