programmaboekje
fr
Arcadi Volodos / Marco Borggreve

Arcadi Volodos

WORLD MASTER PIANISTS

Met ingang van juni 2022 start Flagey een samenwerking met World Master Pianists (WMP) waarbij ieder seizoen een aantal aan WMP verbonden pianisten op exclusieve basis in Flagey zullen optreden. De recitals van Evgeny Kissin op 16 juni en Arcadi Volodos op 19 juni markeren deze hoogwaardige start.

Programma

Franz Schubert (1797-1828)

Pianosonate in D, D. 850, "Gasteiner" (39')

  1. Allegro vivace

  2. Con moto
  3. Scherzo: Allegro vivace
  4. Rondo: Allegro moderato
     

PAUZE (20')
 

Robert Schumann (1810-1856)

Kinderszenen, op. 15 (18')

  1. Von fremden Ländern und Menschen
  2. Kuriose Geschichte
  3. Hasche-Mann
  4. Bittendes Kind
  5. Glückes genug
  6. Wichtige Begebenheit
  7. Träumerei
  8. Am Kamin
  9. Ritter vom Steckenpferd
  10. Fast zu ernst
  11. Fürchtenmachen
  12. Kind im Einschlummern
  13. Der Dichter spricht


Fantasie in C, op. 17 (28')

  1. Durchaus phantastisch und leidenschaftlich vorzutragen
  2. Massig. Durchaus energisch
  3. Langsam getragen. Durchwegleise zu halten

 

einde van het concert: +/- 22:15

TOELICHTING

Zowel Franz Schubert als Robert Schumann kenden in hun leven hoge pieken en diepe dalen. Beiden stierven op jonge leeftijd: Schubert begon al in zijn twintiger jaren te sukkelen met zijn gezondheid en verloor de strijd met zijn ziekte op zijn 31ste. Schumann werd dan weer zijn hele leven geplaagd met depressies en angstvisioenen. In 1854 werd hij ontoerekeningsvatbaar verklaard na een zelfmoordpoging en in een instelling opgenomen. Hij overleed er in 1856 op zijn 46ste, totaal geïsoleerd. Muziek was zowel voor Schubert als Schumann de belangrijkste uitlaatklep om hun zorgen, emoties, hoop en verlangens in te verwerken. Voor zijn recital kiest Arcadi Volodos enkele pianowerken uit die getuigen van invloedrijke gebeurtenissen in de korte levens van beide componisten.

Hoop op beterschap

De Sonate nr. 17 in re groot, D. 850 dateert van mei 1825. Het is een van de laatste periodes in het leven van Franz Schubert (1797-1828) dat het even iets beter gaat met zijn gezondheid. In de hoop om verder aan te sterken, plant hij die zomer een reis van enkele weken naar de Oostenrijkse kuuroorden Gmunden en Gastein, met uitstappen naar de steden Linz en Salzburg. Schubert reist samen met zijn goede vriend en bariton Michael Vogl. Hoewel hij in een brief schrijft dat hij zich in de kuuroorden “gevangen” voelt door “de ongelooflijk hoge rotswanden... en de beangstigende ravijnen”, ligt de reis ook aan de basis van enkele nieuwe composities. Enerzijds ontmoet Schubert in het kuuroord Gastein de dichter en aartsbisschop Johann Ladislaus Pyrker, van wie hij tijdens zijn verblijf twee gedichten toonzet. Anderzijds inspireren de spectaculaire berglandschappen, groene valleien en bergmeren hem tot het schrijven van zijn Grosse Sinfonie in do groot, D. 944, en de Sonate in re groot, D. 850, de pianosonate die vanavond op het programma staat van Volodos.


Als er één gevoel is dat het openingsdeel Allegro vivace van de Sonate in re groot kenmerkt, dan is het wel vrolijkheid. Zoals in een gebruikelijke sonatevorm contrasteert Schubert doorheen het deel twee thema’s met elkaar. Maar terwijl een tweede thema volgens de traditie meer intiem en lyrisch zou moeten zijn in vergelijking met het eerste, introduceert hij in dit werk twee heel opgewekte thema’s die zich kenmerken door ofwel grootse akkoorden en snelle loopjes (thema 1) ofwel grote sextsprongen en gepunteerde ritmes (thema 2). Beide thema’s zetten de toon voor dit onstuimige, soms zelfs triomfantelijke eerste deel. Het tweede deel Con moto is lyrisch en ontroerend. De aanduiding “con moto” verwijst naar de muziek die nu eens vloeiend en smachtend, dan weer hartstochtelijk en krachtig is. Maar ook verwijst de aanduiding naar de snelle dynamische veranderingen (van pianissimo tot fortissimo), de ritmische onvoorspelbaarheid en improvisatorische omspelingen van de melodieën. In het daaropvolgende Scherzo duiken opnieuw de gepunteerde ritmes van het openingsdeel op. De muziek is speels, en Schubert lijkt deze speelsheid verder te zetten in het afsluitende Rondo. Dit slotdeel opent namelijk op bedrieglijk eenvoudige wijze, als met een kinderliedje. De luchtige melodie maakt echter in de contrasterende episodes al snel plaats voor virtuoze passages en gedurfde harmonische modulaties. Schubert voltooit de sonate nog tijdens zijn verblijf in het kuuroord Gastein. Het is de reden voor de bijnaam “Gasteiner” van de sonate. Tegelijkertijd is zijn verblijf in Gastein, gelegen tussen de bergen, de sleutel tot de interpretatie van de muziek: een werk van symfonische omvang met majestueuze en hartstochtelijke climaxen die afwisselen met een elegante en bevrijdende lyriek waarmee ook deze grootse sonate eindigt.

 

Een dromerige terugblik

Robert Schumann (1810-1856) schrijft de beroemde pianocyclus Kinderszenen op zijn 28ste in 1838 als een muzikaal geschenk aan zijn verloofde Clara Wieck: “Het komt misschien omdat je ooit tegen me zei dat ik net als een kind ben. Hoe dan ook, het inspireert me tot het schrijven van dertig korte en grappige werkjes, waaruit ik er twaalf heb gekozen die ik Kinderszenen heb genoemd. Je zal ze graag spelen, hoewel ze niet zo virtuoos zijn...”. Uiteindelijk kiest hij dertien van de delen voor Kinderszenen, op. 15. De resterende ongebruikte werkjes publiceert hij later als de Bunte Blätter, op. 99 en Albumblätter, op. 124. Ondanks de suggestieve titel is de bundel Kinderszenen niet bedoeld voor kinderen. Hij draagt ze op aan Clara om ze uit te voeren: “Je moet vergeten dat je een virtuoos bent. Alles vind je terug in deze werkjes, maar tegelijk zijn ze ook vederlicht.” Kinderszenen is een dromerige terugblik op de kindertijd door “een groot kind”, zoals Schumann het omschrijft. Elk van de delen is ingenieus in zijn eenvoud en poëtisch, terwijl de karakters van de delen uiterst divers zijn: van uiterst uitbundig (Ritter vom Steckenpferd) of blijmoedig (Hasche-Mann), tot ontroerend (Bittendes Kind) of berustend (Kind im Einschlummern). Het centrale deel Träumerei is het meest bekende werkje van de bundel. Het deel verklankt perfect het verlangen van Schumann om “een aandenken voor mensen die volwassen zijn geworden” te schrijven.

 

Een muzikale boodschap

Net als de Kinderszenen dateert de Fantasie in do groot, op. 17 van de periode van Schumanns verloving met Clara Wieck. Hij schrijft het werk in 1836, op een moment dat Friedrich Wieck, de vader van Clara en Schumanns pianoleraar, zich openlijk verzet tegen de relatie. Dat jaar verbiedt hij het jonge koppel uitdrukkelijk om elkaar nog te zien. Schumann drukt al zijn frustraties en verlangens uit in zijn Fantasie en schrijft in het voorjaar van 1836 aan Clara: "Het eerste deel [van de Fantasie] is het meest hartstochtelijke dat ik ooit heb gecomponeerd. Het is een diepe klaagzang voor jou”. Hij noemt het deel “Ruïnes” en voltooit datzelfde jaar nog de twee andere delen “Trofeeën” en “Palmen” om er een driedelige sonate naar het voorbeeld van Beethoven van te maken. Want, dat is zijn wens, de opbrengst van het werk moet gedoneerd worden aan de bouw van een Beethoven-monument in Bonn waarvoor Franz Liszt op dat moment geld aan het inzamelen is. Op vraag van uitgever Breitkopf & Härtel moet hij zijn plannen echter wat aanpassen. Hij hernoemt het werk in 1837 tot “Fantasie” en laat de titels van de delen weg. Aan Clara schrijft hij: “Je kan de fantasie alleen begrijpen als je terugdenkt aan de ongelukkige zomer van 1836. Tegenwoordig heb ik geen reden meer om zulke ongelukkige en melancholieke muziek te componeren.” Wanneer Clara echter de muziek in handen krijgt schrijft ze extatisch terug: “Gisteren ontving ik je prachtige fantasie – vandaag ben ik nog steeds in trance. Terwijl ik het werk doorspeelde werd ik onwillekeurig naar het raam gelokt en had ik zin om naar buiten te springen om de prachtige lentebloemen te omhelzen”. Het eerste deel Durchaus fantastisch und leidenschaftlich vorzutragen; Im Legenden-Ton is hartstochtelijk – zoals het een onvoorspelbare fantasie betaamt –, en komt pas tot rust naar het slot van het deel toe, wanneer Schumann een citaat uit Beethovens liederencyclus An die ferne Geliebte introduceert: een knipoog naar Clara waar hij bij het schrijven van het deel van gescheiden is. Het tweede deel Mäßig. Durchaus energisch is een extroverte mars die zich kenmerkt door grandioze akkoorden en contrasterende episoden vol virtuoze uitdagingen voor de pianist. De Fantasie sluit af met het traag deel Langsam getragen. Durchweg leise zu halten. In deze ingetogen muziek drukt Schumann zijn verzuchtingen en pijnlijke verlangens uit die geleidelijk aan uitmonden in een poëtische en nobele uiting van triomf. Het werk is dan ook Schumanns muzikale boodschap aan zijn toekomstige vrouw: zijn liefde voor haar zal overwinnen. Na een lange rechtszaak trouwt het koppel uiteindelijk in 1840 zonder toestemming van Friedrich Wieck. Het is de start van de gelukkigste jaren uit Schumanns leven.

Biografie

Arcadi Volodos , piano

Arcadi Volodos werd geboren in 1972 in Sint-Petersburg en begon zijn muzikale studies met lessen zang en directie. Pas in 1987 besliste hij om pianist te worden. Hij studeerde aan het Conservatorium van Sint-Petersburg en specialiseerde zich daarna verder aan het Conservatorium van Moskou bij Galina Egiazarova en in Parijs en Madrid.

 

Sinds zijn debuut in New York in 1996 heeft Volodos over de hele wereld opgetreden in recitals en met de meest vooraanstaande orkesten en dirigenten. Hij werkte onder andere met de Berliner Philharmoniker, het Israel Philharmonic Orchestra, het London Philharmonia Orchestra, de New York Philharmonic, de Munich Philharmonic, het Koninklijk Concertgebouworkest, de Dresden Staatskapelle, het Orchestre de Paris, het Leipzig Gewandhausorchester, het Zürich Tonhalle Orkest en de Symfonieorkesten van Boston en Chicago, in samenwerking met dirigenten zoals Myung-Whun Chung, Lorin Maazel, Valery Gergiev, James Levine, Zubin Mehta, Seiji Ozawa, Jukka-Pekka Saraste, Paavo Järvi, Christoph Eschenbach, Semyon Bychkov en Riccardo Chailly.


Pianorecitals hebben sinds het begin van Volodos' carrière een centrale rol gespeeld in zijn artistieke leven. Zijn repertoire omvat werken van Schubert, Schumann, Brahms, Beethoven, Liszt, Rachmaninoff, Skrjabin, Prokofiev en Ravel, maar ook minder bekende werken van Mompou, Lecuona en de Falla.

Volodos is een regelmatige gast in de meest prestigieuze concertzalen van Europa. Het voorbije seizoen trad hij op in de Philharmonie in Parijs, het Konzerthaus in Wenen, het Auditorio Nacional in Madrid, het Palau de la Musica in Barcelona, de Santa Cecilia in Rome, de Gulbenkian Foundation in Lissabon, de Liederhalle in Stuttgart, de Victoria Hall in Genève, de Tonhalle in Zürich, de Letse Nationale Opera in Riga en op de Festivals van Salzburg, Dresden, Granada, Roque d'Anthéron, Klavier Festival Ruhr, Verbier en Ljubliana.


Sinds zijn Gramophone Award-winnende debuutrecital in de New Yorkse Carnegie Hall, uitgebracht door Sony Classical in 1999, heeft Arcadi Volodos een reeks veelgeprezen albums opgenomen. Hij nam sonates van Schubert en solowerken van Rachmaninoff op, en maakte live opnames met de Berliner Philharmoniker van het Derde Pianoconcert van Rachmaninoff onder leiding van James Levine, en van het Eerste Pianoconcert van Tsjaikovski onder leiding van Seiji Ozawa. Het album Volodos Plays Liszt, uitgebracht in 2007, sleepte tal van prijzen in de wacht, terwijl zijn Musikverein-recital uit 2010 op cd en dvd werd uitgebracht en met lof werd onthaald door de internationale pers. Zijn soloalbum Volodos Plays Mompou uit 2013, gewijd aan werken van de Spaanse componist Frederic Mompou, werd bekroond met een Gramophone Award en de Echo-Prijs.


Zijn laatste album Volodos Plays Brahms verscheen in april 2017. Onmiddellijk werd het album beschouwd als een mijlpaal en bekroond met de Edison Classical Award, de Diapason d'Or en met de prestigieuze Gramophone Award 2018 als ‘Beste Instrumentale Opname van het Jaar’. In oktober 2019 bracht Sony Classical zijn nieuwste opname Volodos Plays Schubert uit met de Sonate D. 959 en Menuetten D. 334, D. 335 en D. 600. Het album ontving de Edison Classical Award (2020) in de categorie ‘Solo Instrumentaal’.

Friends of Flagey

FELLOWS

Charles Adriaenssen, Amelie Coens, Bernard Darty, Paulette Darty, Diane de Spoelberch, Geert Duyck, Marc Ghysels, Laurent Legein, Omroepgebouw Flagey NV / Maison de la Radio Flagey SA

GREAT FRIENDS

Lina Blanpain-Bruggeman, Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Nicole Bureau, Anne Castro Freire, António Castro Freire, Marie-Irène Ciechanowska, Stephen Clark, Etienne d’Argembeau, Werner de Borchgrave, Pieter De Koster, Suzanne de Potter, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Heleen Deslauriers, Jean Louis Duvivier, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Ida Jacobs, Patrick Jacobs, Peter L'Ecluse, Alain Mampuya, Sasha Marston, Miriam Murphy, Martine Renwart, Martine Repriels, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Maria Grazia Tanese, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Dirk Van Gerven, Colienne Van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Erna Vandeplas, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Jacques Zucker

FRIENDS

Steve Ahouanmenou, Ann Arnould, Pierre Arnould, Boudewijn Arts, Alexandra Barentz, Eric Bauchau, Joe Beauduin, Marijke Beauduin, Bernadette Beeckmans, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Marie Catherine Biebuyck, Véronique Bizet, Dominique Blommaert, Josephine Bonnigal, Stef Borgers, Beatrice Bouckaert, Bruno Bouckaert, Monique Bréhier, Gauthier Broze, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Robert Chatin, Anne-Catherine Chevalier, Jacques Chevalier, Marianne Chevalier, Angelica Chiarini, André Claes, Theo Compernolle, Colette Contempré, Chris Coppije, Philippe Craninx, Marc d’Antras, Veronique d'Antras, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, Solène David, Werner de Borchgrave, François de Borman, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Eric De Gryse, Brigitte de Laubarede, Adrien de Lophem, Alison de Maret, Pierre de Maret, Manuela de Patoul, Dominique de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Stéphane De Wit, Godefroid de Woelmont, Agnès de Wouters, Philippe de Wouters, Anne Deblander, Gauthier Desuter, May Dewaet, David D'Hooghe, Suzannah D'Hooghe, Frederika D’Hoore, Anne-Marie Dillens, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Amélie d'Oultremont, Patrice d’Oultremont, Alain Dromer, Jan Eggermont, Patricia Emsens, Aline Everard de Harzir, Marie Evrard, Catherine Ferrant, Veronique Feryn, Claude Frédérix-Oreel, Henri Frédérix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, Hélène Godeaux, Claire Goldman, Serge Goldman, Pierre Goldschmidt, Christine Goyens, Philippe Goyens, Louis Grandchamp des Raux, Pieter Hanssens, Roger Heijens, Marianne Herssens, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Isabelle Jacobs, Guy Jansen, Yvan Jansen, Dominique Kaesmacher, Patrick Kelley, Philippe Kenel, Deborah Konopnicki, Katina Laaksonen, Georges Leclercq, Bernard Levie, Katrien Lannoo, Clive Llewellyn, Danielle Llewellyn, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Olga Machiels – Osterrieth, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Barbara Mayer, Jean-Louis Mazy, Nadine Mazy - Vander Elst, Katia Merten-Lentz, Christel Meuris, Delphine Misonne, Giorgio Monaco-Sorge, Sabine Overkämping, Martine Payfa, Isabelle Peeters, Ingeborg Peumans, Chantal Quoirin, Matias Ramirez Acosta, Agnès Rammant, Jean-Pierre Rammant, Anne-Marie Retsin, André Rezsohazy, Milena Richter van Iterson, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Scheidauer, Catherine Rutten, Sara Samuels, Désirée Schroeders, Marie-Agnes Servais, Edouard Soubry, Jan Suykens, Frank Sweerts, Dominique Tchou, Marie-Françoise Thoua, Beatrix Thuysbaert, Olivier Thuysbaert, Greet T'Jonck, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Jean t'Kint de Roodenbeke, Jelleke Tollenaar, Beatrice Trouveroy, Yves Trouveroy, Toon Van Assche, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Odile van der Vaeren, Stella Van der Veer, Paul Van Dievoet, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Anja Van Geert, Aart van Iterson, Lydie Van Muylem, Roland Van Velthoven, Laura Van Waeyenberge, Piet Van Waeyenberge, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Alain Vandenborre, Marie Vandenbosch, Marie Vander Elst, Charlotte Vandoorne – Hanssens, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Isabel Verstraeten, Danielle Verwee, Anne Vierstraete, Pascale Vilain, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Jurei Yada, Folkert Zijlstra, Management & People Development Sprl

en diegenen die anoniem wensen te blijven

versie 04.10.2023

Partners

Ook iets voor u