programmaboekje
fr
Boris Giltburg / Sasha Gusov

Boris Giltburg

Beethoven sonatas cycle

programma

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Pianosonate nr. 9 in E, op. 14/1 (1798)

  1. Allegro
  2. Allegretto
  3. Rondo – Allegro comodo

 

Pianosonate nr. 4 in Es, op. 7, “Grande sonate” (1796-7)

  1. Allegro molto e con brio
  2. Largo, con gran espressione
  3. Allegro
  4. Rondo: Poco allegretto e grazioso

 

Pause

Pianosonate nr. 20 in G, op. 49/2 (1795-6)

  1. Allegro ma non troppo
  2. Tempo di Menuetto

 

Pianosonate nr. 8 in c, op. 13 “Pathétique” (1797-8)

  1. Grave – Allegro di molto e con brio
  2. Adagio cantabile
  3. Rondo: Allegro

 

Pianosonate nr. 26 in Es, op. 81a, “Les Adieux” (1809-10)

  1. Das Lebewohl: Adagio - Allegro
  2. Abwesenheit: Andante espressivo
  3. Das Wiedersehen: Vivacissimamente

 

Einde van het concert: +/- 21:00

Boris Giltburg

Boris Giltburg (°1984) werd geboren in Moskou en verhuisde op jonge leeftijd naar Tel Aviv. Daar studeerde hij bij zijn moeder en vervolgens bij Arie Vardi. Hij maakte zijn debuut op de BBC Proms in 2010. In 2013 werd hij Eerste laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd, wat zijn internationale carrière lanceerde. Hij speelde recitals in de belangrijkste concertzalen zoals Southbank Centre en Wigmore Hall in Londen, Concertgebouw Amsterdam, de Elbphilharmonie Hamburg, Auditorium de Radio France, Carnegie Hall, Toppan Hall Tokio en Forbidden City Concert Hall Beijing en toerde regelmatig in Zuid-Amerika en China. Sinds 2015 werkt hij samen met het label Naxos Records. Voor zijn project Beethoven32 nam hij in het Beethovenjaar 2020 alle pianosonates van Beethoven op, later voegde hij daar ook de pianoconcerten aan toe. Ook maakte hij opnames van de integrale pianoconcerten van Rachmaninov (bekroond met een Opus Klassik Award), naar aanleiding van diens 150ste verjaardag in 2023. Hij is al enkele jaren een graag geziene gast in Flagey, waar hij als vervolg van zijn project Beethoven32 dit en volgend seizoen alle Beethovensonates ook live zal uitvoeren.

toelichting

In 2027 is het precies tweehonderd jaar geleden dat Ludwig van Beethoven overleed. Om zijn oeuvre in de kijker te zetten, presenteert Boris Giltburg, winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd 2013, een ambitieus muzikaal project: de integrale cyclus van Beethovens 32 pianosonates. Elk recital in deze reeks toont een fase in Beethovens ontwikkeling: van jong en leergierig tot radicaal vernieuwend, van beheerst classicisme tot visionaire expressie. Giltburg zoekt niet alleen uiterlijke perfectie, maar vooral innerlijke waarheid: hij wil de luisteraar meenemen in de muzikale worsteling, in de momenten van extase én introspectie. Zoals hij ooit schreef over zijn opnameproject van 2020 met de integrale sonates: “Wat begon als een uitdagend idee is snel iets heel anders geworden: passie, doorzettingsvermogen, slaap- en gedachtenverslindend, inspirerend, verrassend, soms tot wanhoop drijvend… Liefde? Leven?”

In zijn vierde recital van dit seizoen laat Giltburg horen hoe de componist met vernieuwende technieken de grenzen van het pianospel verlegde. Van de dramatische expressie in de Pathétique tot de subtiele nuances van op. 49/2 en de overweldigende kracht van op. 7 toont hij Beethovens revolutionaire geest.

 

Het zachte genie van Beethoven

Beethovens Sonate nr. 9 in E is de eerste van twee sonates in opus 14. Boris Giltburg noemt ze “het volstrekt lieflijke, frisse, charmante koppel van korte sonates… Beethoven lijkt hier meer ontspannen, zachter, soms oprecht gelukkig. Deze werken zijn kamermuzikaal van karakter, met een ingetogen palet van emoties en klanken.”

De sonate opent met een helder en opgewekt Allegro, waarin een levendig motief zich ontvouwt boven een eenvoudig, pulserend begeleidingspatroon. Ondanks de lichtvoetige toon vraagt deze beweging om grote precisie: sprongen in de linkerhand, sforzando-accenten en scherpe dynamische contrasten vergen een verfijnde beheersing van articulatie en frasering. Giltburg noemt deze sonate “een prachtig voorbeeld van hoe Beethoven dezelfde liefde, zorg en aandacht besteedt aan al zijn sonates, of het nu wereldschokkende meesterwerken zijn of intieme, vriendelijke muzikale uitingen.”

Het middendeel, Allegretto, heeft trekjes van een scherzo en ademt een zachte, ironische humor. Het is vooral in dit deel dat Beethoven zijn lyrische, introspectieve kant toont: de melodie blijft eenvoudig, maar onder de oppervlakte zorgen ritmische verschuivingen en subtiele modulaties voor een verfijnde spanning. Volgens Giltburg is het “een zachte passage als een wiegelied”, waarin rust en verrassingen elkaar afwisselen.

Afsluiten doet Beethoven met een licht en speels rondo. Het centrale thema, bestaande uit zeven herhaalde noten, vormt een klein maar krachtig motief dat later terugkeert in een luide uitbarsting in de linkerhand, waar de opgebouwde spanning zich ontlaadt. Giltburg omschrijft het als “lichtvoetig, joviaal, vol plezier en grapjes… Daarna keert alles terug naar normaal, alsof er niets is gebeurd.”

 

Een orkest in het klavier

Met zijn Sonate nr. 4 in Es uit 1796, vaak de “Grande Sonate” genoemd, zette Beethoven een nieuwe stap in zijn oeuvre voor de piano: niet alleen qua lengte – het is een van zijn langste vroege sonates – maar vooral qua muzikale ambitie en textuur. Giltburg benadrukt dat de grootsheid volledig opgaat in de muziek: “Het is een tastbare evolutie ten opzichte van de eerste drie sonates, met extra rijkdom in klankkleuren en texturen.”

De eerste beweging, Allegro molto e con brio, barst van energie en virtuositeit. Het openingsmotief is sprankelend en vol humor, bijna orkestraal van karakter: men kan zich opgewekte hobo’s, hoorns en de tremolo’s in de strijkers voorstellen die door de noten heen klinken. De doorwerking is verrassend kort, waardoor de overvloed aan thema’s en motieven in de expositie en reprise maximaal tot zijn recht komt. De coda herneemt alle belangrijke thema’s en brengt een briljante afsluiting vol virtuositeit en intensiteit.

In het Largo, con gran espressione bereikt de sonate haar dramatische hart. Hier ontvouwt zich een breed uitgesponnen lyriek vol poëtische klank en subtiele dynamiek. Giltburg beschrijft het treffend als “een vroege incarnatie van Innigkeit: een mengeling van oprechtheid, verstilling en persoonlijke emotie.” De melodie verschijnt soms in het hogere register en wordt ondersteund door pizzicato-achtige bassen, een combinatie die tegelijk fragiel en stralend klinkt. Het geheel resulteert in een zeldzame schoonheid, waarin het klavier de rijkdom van een klein orkest lijkt te bezitten.

Daarna keert in het Allegro van het derde deel een speelser karakter terug. De toon wordt lichter en beweeglijker, vol charmante wendingen en subtiele contrasten. In de middensectie maakt de luchtigheid even plaats voor een meer introspectieve, licht dramatische sfeer, wat de beweging extra diepte verleent.

Beethoven sluit af met een rondo dat balanceert tussen elegantie en lichtvoetige humor. Een korte uitstap naar mineur zorgt voor tijdelijke spanning, waarna het rondothema in serene rust terugkeert. Giltburg vat het mooi samen: “Het is charme die uiteindelijk zegeviert, waardoor deze grootse sonate een verrassend rustig en intiem einde krijgt.”

 

Het plezier van speelse elegantie

Beethovens Sonate nr. 20 in G toont aan dat zijn sonates niet per se chronologisch zijn uitgegeven. Hij schreef dit werk vermoedelijk rond 1796-1797, dus nog in zijn vroege jaren. Toch verscheen het pas in 1805 in druk, samen met de Sonate in g, op. 49/1, op een moment dat Beethoven al volop in zijn middenperiode zat. Boris Giltburg wijst er inderdaad op dat “Beethoven ze mogelijk niet meteen geschikt vond voor publicatie, al zijn ze zijn naam allerminst onwaardig.”

Deze sonate is een van Beethovens kortste en eenvoudigste, met slechts twee bewegingen in plaats van drie of vier. De sonate opent met een Allegro ma non troppo: een elegant, statig eerste thema gevolgd door een levendig, speels tweede thema. Voor de pianist ligt de uitdaging vooral in de balans tussen handen en de vloeiende uitvoering van de triolen, die precisie en gevoel vereisen. Ondanks het eenvoudige opzet straalt het eerste deel helderheid, sprankeling en karakter uit.

Het tweede deel, Tempo di Menuetto, toont Beethoven in een lichte stemming. Giltburg merkt erover op: “Het tweede deel, een menuet, is door en door charmant en lieflijk… Beethoven erkende de inherente aantrekkingskracht van het thema door het later te hergebruiken in zijn populaire Septet. Dit suggereert dat de vroege sonate oorspronkelijk misschien niet voor publicatie bestemd was.” Het rondoachtige karakter van deze beweging, met subtiele variaties en een ontspannen elegantie, benadrukt de toegankelijkheid en verfijning van het werk.

 

Beethovens dramatische meesterzet

Met zijn Sonate nr. 8 in c, beter bekend als de “Pathétique”, zette Beethoven in 1798 een beslissende stap in zijn ontwikkeling. Het werk, opgedragen aan prins Karl von Lichnowsky, sloeg bij de publicatie in 1799 in als een bom: het publiek hoorde een nieuwe, krachtige toon, vol dramatische spanning en emotionele directheid. In de woorden van Giltburg: “de intensiteit en onmiddellijke emotie zijn overweldigend vanaf het eerste do-klein-akkoord, een kreet uit Beethovens hart en ziel zonder enig beschermend filter.”

Vanaf de eerste maten grijpt de langzame introductie de luisteraar vast met haar plechtige akkoorden en geladen stiltes. De dramatische spanning die hier ontstaat, ontlaadt zich in het daaropvolgende Allegro di molto e con brio, een beweging die bruist van contrasten. Drie thema’s volgen elkaar op in een compacte maar krachtig opgebouwde sonatevorm. Het eerste thema, een heftig stijgend “raketmotief” ondersteund door tremolo’s in de linkerhand, zet de toon. Vervolgens opent een tweede thema onverwacht een lyrische, expressieve passage. Een derde thematisch idee voegt subtiele harmonische variaties toe en verwijst naar het openingsmateriaal, waardoor de beweging een sterke innerlijke samenhang en dramatische spanning behoudt.

Na de storm van het eerste deel ontvouwt het Adagio cantabile zich als een moment van serene introspectie. De zangerige melodie ademt rust en ontvouwt zich in brede frasen, tweemaal onderbroken door modulerende episodes met verfijnde ritmische verschuivingen. Volgens Giltburg is het een “hemels, teder en hartelijk deel… een absoluut meesterwerk op zich”, waarin Beethoven even alle strijd laat varen.

In het afsluitende rondo keert de dramatische energie terug. De donkere kleur van het openingsdeel klinkt opnieuw door, maar nu met een haast motorische ritmische beweging. Het hoofdthema, verwant aan het tweede thema van de eerste beweging, zorgt voor thematische eenheid binnen de hele sonate. Lichtere, soms humoristische tussenepisoden bieden kortstondig ademruimte, tot het hoofdthema terugkeert en de muziek uitmondt in een explosieve coda. “De laatste poging om aan het noodlot te ontsnappen mislukt,” schrijft Giltburg, “en leidt tot een uitbarsting die de luisteraar ademloos achterlaat.”

 

Een sonate van afscheid en terugkeer

Al in de eerste maat verklapt de Pianosonate nr. 26 “Les Adieux” haar verhaal. Drie akkoorden openen het werk, met erboven de lettergrepen Le-be-wohl, een direct en persoonlijk afscheid. Dat korte motief vormt de emotionele kern van de hele sonate: het keert terug in elk deel, telkens in een andere gedaante.

In het eerste deel, Das Lebewohl, ontvouwt Beethoven het motief langzaam in een plechtige introductie. De spanning groeit tot het Allegro losbarst: de muziek bruist van onrust en beweging, alsof de luisteraar zelf het rumoer van een vertrek ervaart. Het eerste thema klinkt gespannen en nerveus, het tweede breekt open in lyrische reflectie. Chromatische lijnen en verrassende modulaties verbeelden het emotionele schuren van het afscheid. In de uitgebreide coda keert het Lebewohl-motief terug in ontroerende variaties: “het beeld van een koets die langzaam uit het zicht verdwijnt, terwijl Beethoven het woord opnieuw leert zeggen, keer op keer”, zoals Boris Giltburg het beschrijft.

Abwesenheit, het langzame middendeel, ademt leegte en verlangen. Zuchtende motieven, sforzando-accenten en harmonische weifeling tekenen de stilte van afwezigheid. Af en toe glanst een majeur-moment als een herinnering aan vroegere vreugde, maar de melancholie overheerst. Zoals Giltburg schrijft: “We kunnen ons makkelijk voorstellen hoe Beethoven in zijn kamer treurt of verzonken is in herinneringen.”

Met Das Wiedersehen breekt eindelijk de vreugde van de hereniging door. Het openingsmotief keert terug in een sprankelende, energieke variant; contrapuntische dialogen tussen beide handen en glanzende harmonieën drukken de herwonnen nabijheid uit. Een kort Poco andante vertraagt het tempo even, als een moment van opgeluchte rust na de spanning, voor de sonate eindigt in een uitbundige, jubelende coda. “Bij een mindere componist zou dit theatraal klinken”, zegt Giltburg, “maar bij Beethoven wordt het een hartstochtelijk eerbetoon, een sonate die haar hart op de tong draagt.”

De historische context maakt het verhaal compleet. Beethoven schreef dit werk in 1809, tijdens de bezetting van Wenen door Napoleons troepen. Zijn leerling en mecenas, aartshertog Rudolf van Oostenrijk, moest de stad ontvluchten. Het was een afscheid dat Beethoven diep raakte. Toen Rudolf in 1810 terugkeerde, voltooide Beethoven de sonate en droeg ze aan hem op. Hij stond erop de Duitse titels te behouden, omdat Lebewohl, Abwesenheit und Wiedersehn voor hem méér waren dan woorden: ze gaven stem aan een persoonlijke beleving van verlies, stilte en vreugdevolle terugkeer.

Waldo Geuns

Friends of Flagey

FELLOWS

Charles Adriaenssen, Bernard Darty, Paulette Darty, Marc Ghysels, Diane de Spoelberch, Omroepgebouw Flagey NV / Maison de la Radio Flagey SA

GREAT FRIENDS

Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Monique Bréhier, Alexander Chadd, Marie-Irene Ciechanowska, Stephen Clark, Marixenia Davilla, Brigitte de Laubarède, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Alain Dromer, Jean Louis Duvivier, Gérard Gieux, José Groswasser, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Patrick Jacobs, Ida Jacobs, Nicole Labouverie, Peter L’Ecluse, Jean-Pierre Marien, Ine Marien - De Cock, Monsieur & Madame André Mueller, Miriam Murphy, Sabine Overkämping, Martine Renwart, Martine Riviere, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Didier Staquet, Maria Grazia Tanese, Coen Teulings, Pauline Teulings, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Colienne Van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Isabel Verstraeten, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Lidia Zabinski, Jacques Zucker

FRIENDS

Ann Arnould, Pierre Arnould, Boudewijn Arts, Carmen Atala, Alexandra Barentz, Gino Baron, Dominique Basteyns, Marijke Beauduin, Joe Beauduin, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Anne Marie Berlier, Pierre Billiet, Véronique Bizet, Dominique Blommaert, Beatrix Bourdon, Edwin Bourgeois, Noëlle Bribosia, Geneviève Brion, Gauthier Broze, Nicole Bureau, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Jacques Chevalier, Anne-Catherine Chevalier, Marianne Chevalier, Angelica Chiarini, André Claes, Bénédicte Claes, Xhenis Coba, Theo Compernolle, Chris Coppije, Philippe Craninx, Vanessa Crapanzano, Pierre d’Argent, Regis D’hondt, David D’Hooghe, Suzannah D’Hooghe, Anna-Teresa D’Hooghe, Frederika D’Hoore, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Laure d’Oultremont, Etienne d’Ursel, Ludovic d’Ursel, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, Laurent de Barsy, François de Borman, Kathleen de Borman, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Eric De Gryse, Pierre de Maret, Alison de Maret, Kristine De Mulder, Brigitte Desaive, Aline de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Dominique de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Sonia de Waillet, Stéphane De Wit, Philippe de Wouters, Agnès de Wouters, Hendrik Deboutte, Gauthier Desuter, May Dewaet, Laurent Drion, Aurélie Drion, Kristin Edwards, Jan Eggermont, Marie Evrard, Dominique Favart, Philippe Feron, Catherine Ferrant, Véronique Feryn, Solene Flahault, Henri Frederix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, David Geeurickx, Nathalie Genard, Pierre Marie Giraud, Hélène Godeaux, Serge Goldman, Claire Goldman - De Vriendt, Frederick Gordts, Philippe Goyens, Eric Gubel, Charlotte Hanssens, Baron Xavier Hufkens, Luc Hujoel, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Françoise Jacques de Dixmude, Yvan Jansen, Patrick Kelley, Deborah Konopnicki, Delphine Lyskov-Saucier, Katina Laaksonen, Katrien Lannoo, Anne Lauwers, Christine Le Maire, Bernard Levie, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Carole Ludlow, Peter Ludlow, Peter Maenhout, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Barbara Mayer, Christel Meuris, Quinten Mintiens, Delphine Misonne, Jan Moijson, Claude Oreel, Nadia Pachciarski, Martine Payfa, Ivan Peeters, Ingeborg Peumans, Jean Pierre Rammant, Agnès Rammant-Peeters, Anne-Marie Retsin, Andre Rezsohazy, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Schneidauer, Marie-Laure Roggemans, Katrien Rots, Catherine Rutten, Frieda Scholliers, Désirée Schroeders, Marie-Agnes Servais, Brigitte Smeyers, François Smeyers, Annick Sondag, Edouard Soubry, Anne Véronique Stainier, Ana Maria Stan, Michèle Stevelinck Heenen, Jan Suykens, Frank Suykens, Frank Sweerts, Jean t’Kint de Roodenbeke, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Mirthe Tavernier, Dominique Tchou, Olivier Thuysbaert, Jelleke Tollenaar, Yves Trouveroy, Beatrice Trouveroy, Françoise Tulkens, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Dirk Van den Bogaert, Isabelle Van der Borght, Odile van der Vaeren, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Michel Van Huffel, Alain Van Muylem, Lydie Van Muylem, Emmanuel Van Rillaer, Stephanie van Rossum, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Laura Van Waeyenberge, Carol Van Wonterghem, Marie Vandenbosch, Ines Hilde, Alain Vandenborre, Joanna Vandenbussche, Marie Vander Elst, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Alain-Laurent Verbeke, Catherine Verhaegen, Alexandre Verheyden, Anne Vierstraete, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Ana Zoe Zijlstra, Management and People Development SRL, Qubemi

en diegenen die anoniem wensen te blijven

versie 19.11.2025

Partners