programmaboekje
fr
Busch Trio / Kaupo Kikkas

Busch Trio

album release: Beethoven - The Piano Trios, Vol. 1 (2025, Alpha Classics)

programma

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Pianotrio nr. 4 in Bes, op. 11, Gassenhauer (1797)

  1. Allegro con brio
  2. Adagio
  3. Tema con variazioni (“Pria ch’io l’impegno”: Allegretto)

 

Pianotrio in Es, op. 38 (1802-03)

  1. Adagio – Allegro con brio
  2. Adagio cantabile
  3. Tempo di menuetto
  4. Tema con variazioni: Andante
  5. Scherzo: Allegro molto e vivace
  6. Andante con moto alla marcia – Presto

 

Einde van het concert: +/- 19:30

Busch Trio

Het Busch Trio bestaat uit de Nederlander Mathieu van Bellen (viool) en de Israëlisch-Britse broers Ori en Omri Epstein (cello en piano). Het ensemble is de vrucht van een diepe vriendschap die ontstond aan het Royal College of Music in Londen, waar het drietal vanuit hun gedeelde passie voor kamermuziek besloot zich volledig toe te leggen op dit repertoire. Het trio ontleent zijn naam aan de legendarische violist Adolf Busch, wiens voormalige viool, gemaakt door Giovanni Battista Guadagnini (1783), van Bellen bespeelt. In navolging van de kenmerkende klank van Busch en andere vroeg-20ste-eeuwse grootheden bespelen ze ook op strijkinstrumenten met darmsnaren. Het trio werd in korte tijd een van de voornaamste ensembles van hun generatie en staat regelmatig op belangrijke concertpodia en festivals in Europa en de VS. Al sinds het begin van hun carrière genieten ze het vertrouwen van platenlabel Alpha Classics, waarmee ze verschillende langetermijnprojecten realiseerden: de integrale pianotrio’s, -kwartetten en -kwintetten van Dvořák (4 cd’s, 2016-19), de volledige trio’s en het Forellenkwintet van Schubert (2 cd’s, 2020-22) en een album met pianotrio’s van Ravel en Sjostakovitsj (2023). Momenteel werken ze aan een vierdelige verzameling met de integrale pianotrio’s van Beethoven, waarvan het eerste deel verscheen in oktober 2025.

toelichting

In samenwerking met het label Alpha Classics maakte het jonge Busch Trio in Flagey opnames van de integrale reeks pianotrio’s van Ludwig van Beethoven. Na het voerproefje tijdens hun concert vorig seizoen, presenteren ze nu het eerste volume van hun cd-reeks. Tijdens dit concert horen we twee pianotrio’s van de vroege Beethoven: het Gassenhauer-trio, op. 11 en het Pianotrio in Es, op. 38.

Deze twee strijktrio’s maken deel uit van de zogenaamde eerste van de drie periodes in Beethovens oeuvre. In deze periode probeerde hij zijn naam als componist en pianist te vestigen in Wenen, waar hij sinds 1792 verbleef. Met de hulp van zijn leraar Joseph Haydn en contacten met de aristocratie uit zijn geboortestad Bonn wist hij zich al snel te omringen met enkele mecenassen die zijn talent erkenden. In de salons van de kunstminnende Weense adel kreeg Beethoven dan ook snel de reputatie van virtuoos pianist en improvisator.

Deze context verklaart ook de belangrijke rol van het pianotrio in Beethovens oeuvre: het was zo’n geliefkoosd genre bij de Weense adel dat Beethoven het passend achtte om een verzameling pianotrio’s te publiceren als zijn officiële opus 1. Bovendien liet het genre meer vrijheid toe dan het strijkkwartet, waar de bewonderde voorbeelden van Haydn en Mozart Beethovens eerste pogingen immers onmiddellijk zouden overschaduwen. In zijn vroege periode zou Beethoven zich vooral wijden aan de kamermuziek; van de meer dan 20 werken die hij tot en met 1800 publiceerde zijn zelfs enkel de eerste twee pianoconcerten en de Eerste symfonie niet voor een solo-instrument of kamerensemble gecomponeerd.

 

Pianotrio nr. 4 in Bes, op. 11, “Gassenhauer” (1797)

Het Pianotrio nr. 4 heeft een wat aparte status binnen de pianotrio’s van Beethoven. Oorspronkelijk had het niet de standaardbezetting van viool, cello en piano, maar werd de plaats van de viool ingenomen door een klarinet. Om de bekendheid van het werk te verzekeren maakte Beethoven echter meteen een tweede versie waarvan de klarinetpartij ook op de viool speelbaar zou zijn. Al bleef de keuze voor de toonaard wel in functie van de klarinet, die in Bes gestemd staat en dus het makkelijkst muziek in die tonaliteit kan spelen.

De bijnaam “Gassenhauer” verwijst naar een eenvoudig deuntje dat overal op straat (“Gasse”) gezongen en gefloten werd. In dit geval is die “Gassenhauer” het thema van de variatiereeks in het derde deel, namelijk de melodie “Pria ch’io l’impegno” (“Voordat ik aan het werk ga”) uit de komische opera L’amor marinaro van Joseph Weigl. Volgens zijn uitgever was Beethoven zichzelf tijdens het componeren evenwel niet bewust van de oorsprong van het thema; toen hij te weten kwam waar hij de melodie had opgepikt, zou hij zelfs behoorlijk geïrriteerd zijn geweest. Toch zag hij ook de commerciële mogelijkheden van het populaire deuntje: hij zou zelfs overwogen hebben om een nieuwe finale te schrijven voor het trio zodat hij de variatiereeks zelfstandig kon publiceren.

Het eerste deel begint met een krachtig thema in unisono door de drie instrumenten. We horen een spanningsvol chromatisch stijgend motief, waarvan de spanning meteen oplost in een speelse dalende lijn. Vervolgens verwerken de drie instrumenten dit thema in dialoog. Zoals wel vaker in Beethovens vroege pianotrio’s eist de piano daarbij meestal een hoofdrol op, met virtuoze snelle loopjes of stormachtige begeleidingsfiguren. In het langzame tweede deel bewijst Beethoven daarentegen dat hij de drie instrumenten ook als gelijkwaardige gesprekspartners kan behandelen. De cello presenteert een lyrische melodie onder zachte begeleiding van de piano, die vervolgens herhaald wordt door de viool, met echo’s in de piano.

In het derde deel, de eerdergenoemde variatiereeks, neemt de piano opnieuw de leiding over. Dit soort variaties komen dan ook rechtstreeks voort uit Beethovens praktijk als improviserend pianovirtuoos – voor improvisaties is de variatiereeks immers een zeer geliefd genre. Wat hier vooral opvalt, is hoeveel vrijheid Beethoven neemt in zijn variaties: soms zijn alleen de melodische contouren of de onderliggende harmonische structuur nog herkenbaar. Al vanaf de snelle pianoloopjes in de eerste variatie is het thema enkel nog als een soort schaduw aanwezig. In variaties IV en VII, respectievelijk een ingetogen en een uitbundige treurmars in mineur, lijkt het origineel zelfs helemaal verdwenen, tot het in de negende en laatste variatie opnieuw herkenbaar op de voorgrond treedt. Hiermee wijst dit werk al vooruit naar de monumentale Diabellivariaties, waarin Beethoven die vrijheid nog verder zou doortrekken.

 

Pianotrio in Es, op. 38 (1802-03)

Chronologisch situeert het Pianotrio in Es zich al aan het begin van Beethovens middenperiode. Het dateert uit 1802-03, na Beethovens eerste persoonlijke crisis door zijn beginnende doofheid en maar kort voor vernieuwende werken als de Eroica en de Waldsteinsonate. In feite is het trio echter een arrangement van het Septet, op.20, dat Beethoven drie jaar eerder componeerde. Het enige spoor van de getroebleerde periode waar Beethoven doorheen was gegaan is dan ook dat hij het werk opdroeg aan Johann Adam Schmidt, de arts die hij jarenlang bezocht om zijn gehoorverlies te behandelen. Niet toevallig koos Beethoven ervoor om precies dit werk te arrangeren: het Septet was in die periode een van zijn populairste werken. Gezien de ongewone bezetting van het origineel was het commercieel dan ook interessant om een versie voor een meer gestandaardiseerd ensemble uit te geven – naast dit trio van Beethoven waren er immers ook al arrangementen voor andere bezettingen op de markt.

Dat dit oorspronkelijk geen pianotrio was, blijkt al uit het feit dat het uit zes en niet uit de voor Beethoven typische vier delen bestaat. Eerder dan bij de kamermuziek sloot het Septet dan ook aan bij de traditie van het divertimento (of de serenade), dat bestond uit een vrije opeenvolging van enkele contrasterende delen. In dit geval flankeren twee snelle delen met een langzame inleiding (I en VI) een langzame beweging (II), een menuet (III), een langzame variatiereeks (IV) en een scherzo (V). Al vanaf de eerste maten klinkt in dit pianotrio de grootse klank van het oorspronkelijke septet door: de drie instrumenten spelen brede, grootse akkoorden, afgewisseld met zachte melodische fragmenten. Ook later horen we dit soort effecten terug in de vele dynamische contrasten, soms geleidelijk opgebouwd, soms als abrupte klankuitbarstingen.

Net als bij het Gassenhauer-trio was het populairste deel van dit trio een variatiereeks (deel IV). Hier blijft Beethoven echter dichter bij het oorspronkelijke thema. Zo is de eerste variatie slechts een iets rijkelijker versierde variant van het thema, achtereenvolgens vertolkt door de piano en de cello. En zelfs in variatie IV, een reeks snelle triolen in mineur, is het kopmotief van het thema nog duidelijk waarneembaar. Pas in de coda van de vijfde en laatste variatie lijkt de piano even de vrije loop te nemen, maar ook daar wordt hij al snel tot de orde geroepen.

Illustratief voor de solistische rol van de piano in Beethovens vroege trio’s is bovendien het laatste deel, waarin de piano een cadenza speelt – een improvisatorisch klinkende, virtuoze passage zonder begeleiding die we typisch aantreffen in een concerto. Dat net de piano deze cadenza krijgt, is extra opvallend aangezien deze in het oorspronkelijke Septet vertolkt werd door de viool, die nochtans ook deel uitmaakt van het pianotrio. Waar hij in zijn latere kamermuziek meer gelijkwaardigheid tussen de instrumenten zou zoeken, wil Beethoven hier dus nog duidelijk zijn reputatie als klaviervirtuoos in stand houden.

Robbe Beheydt

Friends of Flagey

FELLOWS

Charles Adriaenssen, Bernard Darty, Paulette Darty, Marc Ghysels, Diane de Spoelberch, Omroepgebouw Flagey NV / Maison de la Radio Flagey SA

GREAT FRIENDS

Patricia Bogerd, Leon Borgerhoff, Monique Bréhier, Alexander Chadd, Marie-Irene Ciechanowska, Stephen Clark, Marixenia Davilla, Brigitte de Laubarède, Claude de Selliers, Chantal de Spot, Jean de Spot, Pascale Decoene, Alain Dromer, Jean Louis Duvivier, Gérard Gieux, José Groswasser, François Hinfray, Ulrike Hinfray, Patrick Jacobs, Ida Jacobs, Nicole Labouverie, Peter L’Ecluse, Jean-Pierre Marien, Ine Marien - De Cock, Monsieur & Madame André Mueller, Miriam Murphy, Sabine Overkämping, Martine Renwart, Martine Riviere, Jean-Pierre Schaeken Willemaers, Hans Schwab, My-Van Schwab, Didier Staquet, Maria Grazia Tanese, Coen Teulings, Pauline Teulings, Pascale Tytgat, Marie Van Couwenberghe, Colienne Van Strydonck, Piet Van Waeyenberge, Isabel Verstraeten, Andreas von Bonin, Katinka von Bonin, Dimitri Wastchenko, Nathalie Waucquez, Lidia Zabinski, Jacques Zucker

FRIENDS

Ann Arnould, Pierre Arnould, Boudewijn Arts, Carmen Atala, Alexandra Barentz, Gino Baron, Dominique Basteyns, Marijke Beauduin, Joe Beauduin, Etienne Beeckmans de West-Meerbeeck, Jens Benoot, Anne Marie Berlier, Pierre Billiet, Véronique Bizet, Dominique Blommaert, Beatrix Bourdon, Edwin Bourgeois, Noëlle Bribosia, Geneviève Brion, Gauthier Broze, Nicole Bureau, Chantal Butaye, Olivier Chapelle, Béatrix Charlier, Catherine Chatin, Jacques Chevalier, Anne-Catherine Chevalier, Marianne Chevalier, Angelica Chiarini, André Claes, Bénédicte Claes, Xhenis Coba, Theo Compernolle, Chris Coppije, Philippe Craninx, Vanessa Crapanzano, Pierre d’Argent, Regis D’hondt, David D’Hooghe, Suzannah D’Hooghe, Anna-Teresa D’Hooghe, Frederika D’Hoore, Stanislas d’Otreppe de Bouvette, Laure d’Oultremont, Etienne d’Ursel, Ludovic d’Ursel, Jean-Claude Daoust, Joakim Darras, Laurent de Barsy, François de Borman, Kathleen de Borman, Olivier de Clippele, Sabine de Clippele, Eric De Gryse, Pierre de Maret, Alison de Maret, Kristine De Mulder, Brigitte Desaive, Aline de Ville de Goyet, Sabine de Ville de Goyet, Dominique de Ville de Goyet, Françoise de Viron, Sebastiaan de Vries, Sonia de Waillet, Stéphane De Wit, Philippe de Wouters, Agnès de Wouters, Hendrik Deboutte, Gauthier Desuter, May Dewaet, Laurent Drion, Aurélie Drion, Kristin Edwards, Jan Eggermont, Marie Evrard, Dominique Favart, Philippe Feron, Catherine Ferrant, Véronique Feryn, Solene Flahault, Henri Frederix, Alberto Garcia-Moreno, Nathalie Garcia-Moreno, Brigitte Geerinckx, David Geeurickx, Nathalie Genard, Pierre Marie Giraud, Hélène Godeaux, Serge Goldman, Claire Goldman - De Vriendt, Frederick Gordts, Philippe Goyens, Eric Gubel, Charlotte Hanssens, Baron Xavier Hufkens, Luc Hujoel, Johan Huygh, Veerle Huylebroek, Françoise Jacques de Dixmude, Yvan Jansen, Patrick Kelley, Deborah Konopnicki, Delphine Lyskov-Saucier, Katina Laaksonen, Katrien Lannoo, Anne Lauwers, Christine Le Maire, Bernard Levie, Janine Longerstaey, Philippe Longerstaey, Carole Ludlow, Peter Ludlow, Peter Maenhout, Joost Maes, Vincent Maroy, Michèle Martaux, Barbara Mayer, Christel Meuris, Quinten Mintiens, Delphine Misonne, Jan Moijson, Claude Oreel, Nadia Pachciarski, Martine Payfa, Ivan Peeters, Ingeborg Peumans, Jean Pierre Rammant, Agnès Rammant-Peeters, Anne-Marie Retsin, Andre Rezsohazy, Daniele Rizzi, Ariële Robyns de Schneidauer, Marie-Laure Roggemans, Katrien Rots, Catherine Rutten, Frieda Scholliers, Désirée Schroeders, Marie-Agnes Servais, Brigitte Smeyers, François Smeyers, Annick Sondag, Edouard Soubry, Anne Véronique Stainier, Ana Maria Stan, Michèle Stevelinck Heenen, Jan Suykens, Frank Suykens, Frank Sweerts, Jean t’Kint de Roodenbeke, Danielle t’Kint de Roodenbeke, Mirthe Tavernier, Dominique Tchou, Olivier Thuysbaert, Jelleke Tollenaar, Yves Trouveroy, Beatrice Trouveroy, Françoise Tulkens, Vanessa Van Bergen, Marie-Paule Van Craynest, Els Van de Perre, Katrien Van de Voorde, Radboud van den Akker, Dirk Van den Bogaert, Isabelle Van der Borght, Odile van der Vaeren, Karine Van Doninck, Patrick Van Eecke, Henriëtte van Eijl, Michel Van Huffel, Alain Van Muylem, Lydie Van Muylem, Emmanuel Van Rillaer, Stephanie van Rossum, Thomas Van Waeyenberge, Titia Van Waeyenberge, Laura Van Waeyenberge, Carol Van Wonterghem, Marie Vandenbosch, Ines Hilde, Alain Vandenborre, Joanna Vandenbussche, Marie Vander Elst, Christophe Vandoorne, Elisabeth Vanistendael, Alain-Laurent Verbeke, Catherine Verhaegen, Alexandre Verheyden, Anne Vierstraete, Ann Wallays, Sabine Wavreil, Christian Weise, Serge Wibaut, André Wielemans, Ana Zoe Zijlstra, Management and People Development SRL, Qubemi

en diegenen die anoniem wensen te blijven

versie 19.11.2025

Partners