fr
ticketshop become a friend

Trio Capricorn | 09.08.20 | Programma

Hélène Desaint, altviool
Katarina Van Droogenbroeck, mezzosopraan
Philippe Riga, piano


Laurent Graulus, presentator
Vincent Hepp, gast (violist)


Programma

Frank Bridge, Three Songs, H. 76 
Johannes Brahms, Zwei Gesänge, op. 91 Adolf Busch, Drei Lieder, op. 3a
Camille Saint-Saëns, Violons dans le soir
Franz Liszt, Oh pourquoi donc S.301a, Les Pleurs des femmes – Romance oubliée, S. 13
Charles Martin Loeffler, Quatre poèmes, op. 5
Poldowski, Soir


Toelichting

“Einige Kleinigkeiten für Gesang”, zo noemde componist Johannes Brahms (1833-1897) zijn Zwei Gesänge für eine Altstimme mit Bratsche und Klavier, op. 91 in een brief aan zijn uitgever Simrock in augustus 1884. Maar wanneer we naar deze bijzondere liederen luisteren, dan merken we dat Brahms er een ware kunst van maakte om voor de bezetting van altstem, altviool en piano te componeren. In zijn composities zorgt hij voor een perfecte symbiose tussen de warme klanken van de altviool, het aantrekkelijke timbre van de diepe vrouwenstem en de volle pianoklanken. Met zijn compositietechnieken toont hij kunde, perfectie en goede smaak om de inhoud van de poëzie die verklankt wordt zo dicht mogelijk te benaderen. Vele componisten uit de late negentiende-eeuwse romantiek en de vroege twintigste eeuw treden hem bij in dit genre en gaan vanuit verschillende benaderingen op zoek naar een gelijkaardige excellentie.

Zo kiezen de Engelse componist Frank Bridge in zijn Three Songs uit 1907 en de Fransman Charles Martin Loeffler (1861-1935) in zijn Quatre poèmes uit 1893 ervoor om mijmerende altvioolpassages af te wisselen met intieme en vurige dialogen tussen de altviool en de altstem. De pianopartij ondersteunt het geheel met chromatische begeleidingen. Hier krijgt de piano dus dezelfde ‘sfeerzettende’ als in de introverte en melancholische Zwei Gesänge van Brahms uit 1884. De tekst van het Geistliches Wiegenlied baseert zich op het zestiende-eeuwse lied Cantarcillo de la Virgen (“Lied van de Maagd”) van Lope de Vega (1562-1635). Brahms is zich goed bewust van de herkomst van de tekst. Voor dit intieme wiegelied grijpt hij terug naar een koraal uit de zestiende eeuw. Andere componisten zoals de Duitser Adolf Busch (1891-1952) – gekend als uitstekend violist en als de vioolleraar van Yehudi Menuhin en Isaac Stern – puren de meerstemmige mogelijkheden van het genre uit zoals in zijn Drei Lieder, op. 3a. Meer dan bij Bridge, Loeffler of Brahms neemt de piano deel aan de intense dialogen tussen de altviool en altstem. Camille Saint-Saëns geeft dan weer aan de altviool in Violons dans le soir uit 1907 een solistische en virtuoze rol. Het gedicht Violons dans le soir van Anna Elisabeth, gravin van Noailles, is dan ook een eerbetoon aan de viool.

Veel componisten kozen heel bewust de gelegenheid waarvoor ze hun liederen voor stem, altviool en piano schreven. Zo schreef Brahms zijn Geistliches Wiegenlied al in 1864 als cadeau voor de geboorte van het eerste kind van zijn goede vriend en violist Joseph Joachim zijn vrouw Amalie. Poldowski op haar beurt schreef het intieme en aangrijpende lied Soir om de dood van haar eerste zoon en de scheiding met haar man te verwerken. Poldowski is het pseudoniem van Régine Wieniawski (1879-1932), de dochter van de beroemde Poolse violist en componist Henryk Wieniawski.

De enige muziekwerken die vanavond niet voor de bezetting van stem, altviool en piano zijn geschreven, zijn deze van Franz Liszt (1811-1886). Trio Capricorn kiest niet zonder reden om zowel het lied Les Pleurs des femmes voor zang en piano als de Romance oubliée voor piano en altviool op hun programma te zetten. Romance oubliée is een instrumentale bewerking van het lied Les Pleurs des femmes op tekst van Caroline Pavloff. Liszt componeert het lied en de Romance al in 1843, net na zijn breuk met gravin Marie d’Agoult. Zijn uitgever Arnold Simon publiceert Les Pleurs des femmes het jaar nadien, maar de Romance raakt verloren tot in 1880. Wanneer Liszt besluit de Romance toch uit te geven in 1881, herschrijft hij de muziek en herdoopt het werk symbolisch tot “Romance oubliée”, een verwijzing naar de muziek maar ook naar zijn vroegere liefdesrelatie.

Waldo Geuns


Trio Capricorn

De muzikanten van het Trio Carpicorn ontmoetten elkaar in de Muziekkapel Koningin Elisabeth in 2017. Capricorn is geïnspireerd op de naam van de villa van componisten Samuel Barber en Gian Carlo Menotti in de staat New York, die een belangrijke artistieke ontmoetingsplaats was.

De unieke klankkleuren van de altviool en de mezzosopraanstem complementeren elkaar en worden versterkt in het vloeiende spel van de piano. Tal van grote componisten, zoals Brahms, Bridge en Liszt, waagden zich aan deze weinig bekende bezetting, en het grootste deel van het repertoire werd geschreven tussen 1890 en 1920. Ook minder gekende componisten zoals Charles Martin Loeffler deden prachtige bijdragen aan het genre en de Franse mélodie.

Het trio treedt regelmatig op in België en in het buitenland, zoals in Flagey, Bozar, de Abdij van Stavelot, het Much Festival in Waterloo, in Knokke, de Muziekkapel Koningin Elisabeth en Domaine Forget (Quebec). Volgend seizoen is het trio te horen in New York en Parijs.

Trio Capricorn is regelmatig te gast in het programma Puisque vous avez du talent van Laurent Graulus op Musiq’3.