fr
ticketshop become a friend

Annelien Van Wauwe & Severin von Eckardstein | 16.08.20 | Programma

Annelien Van Wauwe, klarinet
Severin von Eckardstein, piano


Françoise Lechalier, presentatrice
Benjamin Dieltjens, gast (klarinettist)


Programma

Robert Schumann (1810-1856)
Fantasiestücke, op. 73

  1. Zart und mit Ausdruck 
  2. Lebhaft, leicht 
  3. Rasch und mit Feuer

Ferruccio Busoni (1866-1924)
Fantasia nach Johann Sebastian Bach (voor piano solo)

Alban Berg (1885-1935)
4 Stücke, op. 5

  1. Mässig
  2. Sehr langsam
  3. Sehr rasch
  4. Langsam

-- PAUZE --

Franz Schubert (1797-1828)
Adagio in E, D. 612 ( voor piano solo)

Johannes Brahms (1833-1897)
Klarinetsonate in Es , op. 120/2

  1. Allegro amabile
  2. Allegro appassionato
  3. Andante con moto - Allegro

Toelichting

 

Heel wat componisten vinden de inspiratie voor hun muziekwerken in hun bewondering voor beroemde voorgangers, voor andere kunstenaars of voor hun naasten. De composities die eruit resulteren zijn vaak uiterst persoonlijk en diep verweven met gebeurtenissen in hun leven. Het is deze bewondering die centraal staat tijdens dit kamerconcert in de reeks Flagey ON AIR.

De muze van Schumann

Voor de Duitse componist Robert Schumann (1810-1856) is zijn vrouw Clara zijn grootste muze. Zijn op en top romantische muziek is vaak geïnspireerd op gebeurtenissen in zijn leven en veel van zijn composities draagt hij op aan Clara die zelf carrière maakt als uitvoerend pianiste. Voortdurend duiken er in zijn muziek thematische referenties op naar haar naam of ‘verstopt’ hij persoonsbeschrijvingen in zijn muziek. Zijn Fantasiestücke voor klarinet en piano, op. 73 schrijft hij op twee dagen tijd in februari 1849. Samen met Clara woonde hij op dat moment in Dresden. Hij benoemt zijn composities aanvankelijk als “Soiréestücke”, maar de titel “Fantasiestücke” doet meer eer aan de onvoorspelbare karakterwisselingen in de muziek. Ondanks het quasi improvisatorische karakter horen de drie stukken bij elkaar en vraagt Schumann om ze zonder onderbreking na elkaar te spelen als één geheel. De werkjes zijn als liederen zonder woorden waarbij het karakter van elk van de delen evolueert van een ingetogen sfeer naar een uitbundig slot.

Een eerbetoon aan zijn vader In 1909 verliest de Italiaanse componist Ferruccio Busoni (1866-1924) op enkele maanden tijd zijn ouders. Als herinnering aan zijn vader, een groot liefhebber van de muziek van Johann Sebastian Bach, schrijft Busoni in de daaropvolgende maanden deze Fantasia nach J.S. Bach (van “Bach-Busoni”, zoals de componist op de voorpagina noteert). In deze vrije transcriptie baseert Busoni zich op drie orgelwerken van Bach. Na de improvisatorisch klinkende inleiding en het meer chromatische thema, introduceert Busoni pianotranscripties van het eerste, tweede en zevende deel uit de koraalpartita Christus, der du bist der helle Tag, BWV 766. Nadien verwerkt hij de fughetta Gottes Sohn ist kommen, BWV 703 en de koraalprelude Lob sei dem allmächtigen Gott, BWV 602 (uit Bachs Orgelbüchlein). Busoni kiest er heel bewust voor om geen letterlijke transcripties te schrijven waarbij hij zijn werkwijze filosofisch onderbouwt: in muziek is klank (dus ook het instrument) bijzaak en komt oude muziek even goed tot zijn recht, ook als het gespeeld wordt op moderne instrumenten. Dat hij hierdoor bakken kritiek krijgt van aanhangers van de authentieke uitvoeringspraktijk kan hem niet veel schelen. Hij vindt zelfs dat de oude muziekwerken door zijn bewerkingen – in zijn ogen een soort vertolkingen – juist iets van hun oorspronkelijkheid terugwinnen.

Meester en leerling

Zes jaar, van 1904 tot 1910, gaat de Weense componist Alban Berg (1885-1935) in de leer bij Arnold Schönberg, de grondlegger van de twaalftoonsmuziek en een van de invloedrijkste componisten van de twintigste eeuw. Bij Schönberg studeert hij contrapunt, muziektheorie en harmonie, terwijl hij op autodidactische wijze aan zijn eigen composities werkt. In 1913 legt hij fier zijn Vier Stücke für Klarinette und Klavier, opus 5 voor aan zijn vroegere leermeester. Deze miniatuurtjes zijn voor Berg het keerpunt waarin hij, zo vindt hij, eindelijk zijn eigen stijl ontdekt. Tot zijn grote teleurstelling vindt Schönberg de Vier Stücke maar “waardeloos en insignificant”. Schönberg is geen voorstander van dergelijke korte werkjes en wil zijn vroegere leerling aanmoedigen om terug grotere werken te componeren voor orkest. In 1919 vindt eindelijk de première plaats van zijn Vier Stücke tijdens een concert dat door Schönberg wordt georganiseerd. De plooien zijn ondertussen gladgestreken tussen beide heren. In deze uiterst gebalde werkjes neemt Berg ons mee in zijn unieke atonale klankwereld waarin ingetogen, verstilde passages afwisselen met dramatische, spanningsvolle momenten. Hoe grillig en onverwacht de overgangen ook klinken, ze zijn deel van een meeslepend en ingenieus geheel.

Petrarca’s devotie

Op zijn negentiende beslist de Weense componist Franz Schubert (1797-1828) om zijn baan als leerkracht op te zeggen. Tegen de wil van zijn vader in wil hij voltijds kunstenaar worden. Om in zijn onderhoud te voorzien geeft hij tussen het componeren door muzieklessen. Zo reist hij in de zomer van 1818 als pianoleraar met de familie van graaf Johann Karl Esterhazy mee naar hun landgoed in Hongarije. Hij kent er enkele zorgeloze maanden en schrijft er onder andere zijn Adagio D. 612. De muziek inspireert zich op de gedichten en dichtbundels die hij had meegenomen van Aloys Schreiber (1761-1841), Franscesco Petrarca (1304-1374) en Johann Mayrhofer (1787-1836). Wat Schubert zo intrigeert in de liefdesgedichten van Petrarca zijn de thema’s van introspectie en devotie. Het is deze devote sfeer die centraal staat in dit onterecht ongekende Adagio.

Een hechte vriendschap

In 1890 laat de 57-jarige Duitse componist Johannes Brahms (1833-1897) plots aan zijn omgeving weten dat hij stopt met componeren. Zijn belofte is echter maar van korte duur. In januari 1891 woont hij tijdens een stadsbezoek aan Meiningen een kunstenfestival bij waar hij klarinettist Richard Mühlfeld het Klarinetconcert van Weber en Mozarts Klarinetkwintet hoort uitvoeren. Brahms is zo onder de indruk dat hij onmiddellijk kennismaakt met deze uitstekende muzikant. Een hechte vriendschap is het gevolg en in een nieuwe vlaag van inspiratie zet Brahms zich aan het componeren. In datzelfde jaar schrijft hij voor Mühlfeld zijn Trio voor klarinet, cello en piano, op. 140 en zijn Klarinetkwintet, op. 115. Drie jaar later, in 1894, voltooit hij zijn twee Klarinetsonates, opus 120, waarvan hij ook versies maakt voor altviool en viool. Het zijn Brahms’ laatste kamermuziekwerken en grote instrumentale muziekwerken. In zijn sonate wil Brahms de lyrische mogelijkheden van de klarinet zoveel mogelijk tonen. Het is de reden waarom het openingsdeel Allegro amabile uiterst zangerig is. Als contrast kiest Brahms ervoor om geen traditioneel traag middendeel te componeren, maar schrijft hij een opzwepend scherzo-achtig tweede deel (Allegro appassionato). Ook de finale en Andante con moto laat hij ingetogen beginnen met een lyrisch thema, gevolgd door een reeks karkatervariaties, één van de meest geliefde compositievormen van Brahms.

Waldo Geuns


Annelien Van Wauwe

De Belgische klarinettiste Annelien Van Wauwe is op weg om een van de boeiendste en origineelste van haar generatie te worden. Met haar expressieve, lyrische en intense uitvoeringen weet ze haar publiek te betoveren.

Zej was eerder BBC Radio 3 New Generation Artist en won talrijke internationale wedstrijden. Haar overwinning tijdens de ARD Internationale Muziekwedstrijd in München in 2012 was een beslissende stap naar internationale erkenning. In 2018 won zij een Borletti-Buitoni Trust Award.

Ze trad op met talrijke orkesten, onder meer met het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, het SWR Symphonieorchester Stuttgart, het Münchener Kammerorchester, het Wiener Kammerorchester, het Mozarteum Orchester Salzburg, Brussels Philharmonic, het Antwerp Symphony Orchestra, het Swedish Chamber Orchestra, het Royal Liverpool Philharmonic, en met vele symfonische en filharmonische orkesten van de BBC. Zij trad op met befaamde dirigenten zoals Andrew Manze, Joshua Weilerstein, James MacMillan, Rafael Payare, Clemens Schuldt, Markus Stenz, Hartmut Haenchen, Otto Tausk, Marta Gardolińska, Edo de Waart en Dirk Brossé.

Annelien speelde op prestigieuze podia waaronder de Tonhalle Zürich, de Berliner Philharmonie, het Konzerthaus Berlin, het Konzerthaus Wien, Wigmore Hall, BOZAR Brussel, de Philharmonie Luxembourg, het Amsterdams Concertgebouw, De Doelen Rotterdam, het Muziekgebouw Eindhoven, het Rudolfinum Concert Hall Praag en het Palace of Arts Budapest. Zij is regelmatig te gast op internationale muziekfestivals zoals het Lucerne Festival, de Festspiele Mecklenburg-Vorpommern, het Schleswig-Holstein Musik Festival, de Kissinger Sommer, het Cheltenham Festival, het West Cork Chamber Music Festival en het Festival Radio France Montpellier.

In 2017 debuteerde Annelien in de BBC Proms in Cadogan Hall en in 2018 filmde de BBC-televisie haar uitvoering van het klarinetconcerto van Mozart met het BBC Scottish Symphony Orchestra en dirigent Thomas Dausgaard op de BBC Prom in de Royal Albert Hall.

Annelien Van Wauwe maakt opnames voor het label Pentatone. Haar eerste Pentatone-cd Belle époque met het Orchestre National de Lille onder leiding van dirigent Alexandre Bloch, kwam er in 2019. Onder haar vroegere opnames vinden we een cd met muziek van Weinberg en Prokofiev, die in 2015 door Genuin Classics werd uitgebracht, met Lucas Blondeel aan de piano. Het album kreeg lovende kritieken en bezorgde Annelien een Klara Award voor jong talent van het jaar.

Annelien is mede-oprichtster van het Brusselse kamermuziekensemble CAROUSEL, dat ontstond in 2018. Het ensemble bestaat uit elf uitzonderlijke internationale muzikanten en wil zowel bestaande als nieuwe kamermuziek brengen op het hoogste niveau. Andere kamermuziek partners zijn Pavel Kolesnikov, Cédric Tiberghien, Severin von Eckardstein, Victor Julien-Laferrière, Amihai Grosz, Tabea Zimmermann, het Quatuor Danel, het Schumann Quartet, het Aris Quartet en het Amatis Trio.

Annelien studeerde bij Sabine Meyer in Lübeck, bij Pascal Moragues in Parijs, bij Alessandro Carbonare in Rome, bij Wenzel Fuchs en Ralf Forster in Berlijn. Zij volgde masterclasses bij Yehuda Gilad. Annelien heeft diepe voeling met oude muziek en studeerde historische klarinet bij Eric Hoeprich en Ernst Schlader. Zij geeft regelmatig masterclasses en is als hoofddocente klarinet verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen en aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.


Severin von Eckardstein

Severin von Eckardstein behoort tot de belangrijkste Duitse pianisten van zijn generatie. Hij won de Koningin Elisabethwedstrijd in 2003 en treedt op in Berlijn, München, Madrid, Moskou, Londen, Parijs, New York, Amsterdam, Trondheim, Boedapest, Hongkong, Tokio en Seoel. Hij werkt geregeld samen met dirigenten zoals Valery Gergiev, Philippe Herreweghe, Lothar Zagrosek en Marek Janowski en speelde als solist met prestigieuze orkesten zoals het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Paavo Järvi en het Dallas Symphony Orchestra onder leiding van Jaap van Zweden.

Na zijn studie bij de docenten Szczepanska, Kämmerling en Hellwig in Berlijn, specialiseerde Severin zich verder aan de International Piano Academy of Lake Como en volgde hij privélessen bij Alfred Brendel. Zelf geeft hij regelmatig masterclasses in Zuid-Korea, Finland, België en aan de UdK Berlijn.

Kamermuziek neemt een belangrijke plaats in in zijn repertoire. Hij treedt regelmatig op met gerenommeerde musici als Andrej Bielov, Igor Levit, Danjulo Ishizaka en Franziska Hölscher.

Zijn dicografie omvat werken van Schubert, Skrjabin, Medtner, Wagner, Debussy, Dupont en Schumann. Zijn cd’s werden enthousiast onthaald door de critici als het publiek.