Le Concert Olympique programmeert tijdens volgende seizoenen de twee belangrijkste ‘opvolgers’ van Beethovens vioolconcerto: Mendelssohn (1845) en Brahms (1878). Beide concerto’s zijn van uit compositorisch standpunt in hoge mate schatplichtig aan dat van Beethoven. Maar minstens even belangrijk is de rol die de solisten (respectievelijk Ferdinand David en Joseph Joachim) hebben gespeeld bij de creatie, waardoor beide concerto’s – net als dat van Beethoven – kunnen beschouwd worden als zijnde representatief voor het virtuoze vioolspel van hun tijd.

In januari start Le Concert Olympique met het Vioolconcerto van Mendelssohn. Soliste is de jonge violiste Veronika Eberle, die algemeen wordt beschouwd als de meest getalenteerde Duitse vioolvirtuoze van de jongere generatie. Zij soleerde reeds met de belangrijkste orkesten van de wereld, zoals de Berliner Philharmoniker, het Los Angeles Philharmonic Orchestra en het Tonhalle Orchester Zürich, en gaf recitals in Carnegie Hall in New York, het Théâtre de la ville in Parijs en het Mozarteum Salzburg.

Naast het Vioolconcerto van Mendelsohn, staan omwille van het muziekhistorische perspectief, ook nog twee ‘klassiekers’ op het programma: de Symfonie nr. 95 van Haydn en de Symfonie nr. 2 van Beethoven.

Flagey, Le Concert Olympique